Schrijven op B1-niveau: nuttig voor overheidsteksten?
Het is bij overheidsorganisaties nog steeds een begrip: teksten schrijven op B1-niveau. Maar eigenlijk zijn ‘teksten op B1-niveau’ onzin. Net zoals de claim van sommige organisaties dat 95% van de Nederlanders hun teksten zou begrijpen.
Het begrip ‘B1-niveau’ is ingeburgerd geraakt. We bedoelen er dit mee: overheidsteksten in heldere, begrijpelijke taal. En daar zijn we natuurlijk allemaal vóór. Zolang we ons maar blijven realiseren dat er maar één echte test is voor je teksten: de lezer.
Heldere overheidstaal: tweede natuur
‘Je schrijft ondanks je achtergrond bij de overheid lekkere, heldere taal!’ Deze feedback ontving ik onlangs van een gevestigde copywriter. Ik zucht dan nog maar eens diep. Mijn collega’s en ik zijn bij de gemeente Amsterdam (waar ik nog twee dagen per week werk) vrijwel dagelijks bezig met het omzetten van ambtelijke taal in heldere begrippen. Dat is onze tweede natuur. ‘Neehee, de Amsterdammer weet niet wat een OFOS is.’ (Een Opgeblazen Fiets Opstel Strook. Zo’n voorsorteervak, zodat fietsers bij een stoplicht vóór de auto’s kunnen wachten.)
Wat betekent B1-niveau?
Maar wat is dan heldere taal? Om beter te snappen wat we daarmee bedoelen is door Bureau Taal het begrip ‘schrijven op B1-niveau’ bedacht. Het is afgeleid van het Europees Referentiekader, een manier om de beheersing van een vreemde taal te meten. A1 en A2 zijn beginnersniveaus, B1 en B2 gevordendenniveaus en C1 en C2 staan voor excellente taalbeheersing. Iemand die een taal op B1-niveau beheerst, kan zich redden in alledaagse situaties en begrijpt eenvoudige, korte zinnen.
‘Schrijven op B1-niveau’ bestaat niet
Helaas, de wereld van heldere teksten zit ingewikkelder in elkaar. De aanduiding B1-niveau staat voor de taalvaardigheid van iemand in een vreemde taal, niet voor het taalniveau van een tekst. Die kun je nou eenmaal niet langs een objectieve meetlat leggen. Er circuleren op internet tenminste drie tools die dat wel suggereren. Je zou ermee kunnen testen of een tekst ‘op B1-niveau’ geschreven is. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht lieten zien dat die tools totaal verschillende uitslagen gaven bij dezelfde teksten.
95% van de Nederlanders begrijpt B1-teksten?
Hoogleraar Carel Jansen van de Rijksuniversiteit Groningen schreef in 2013 in Onze Taal een vlammend betoog waarom ‘teksten op B1-niveau’ onzin zijn. Hij legt daarin ook uit dat de claim van Bureau Taal dat 95% van de Nederlanders de taal op B1-niveau zou beheersen op drijfzand berust. We weten het simpelweg niet. Het is wel een bewering die een geheel eigen leven is gaan leiden. Jansen concludeert in zijn artikel: ‘Schrijven op B1-niveau [is] niet meer dan een aantrekkelijk klinkende maar inhoudelijk lege term.’
Heldere teksten? Gezond verstand
Hoe moet het dan wel? Zijn er dan helemaal geen richtlijnen? Die zijn er zeker wel en die grenzen dicht aan tegen gezond verstand:
- Schrijf korte, actieve zinnen (richtlijn: maximaal 15 woorden).
- Zorg voor een logische opbouw: zet het belangrijkste vooraan in een zin.
- Gebruik woorden die veel vóórkomen.
- Hou je alinea’s kort en gebruik tussenkopjes.
- Voorkom archaïsch taalgebruik: ‘aangaande’ is gewoon ‘over’ en ‘alsmede’ is ‘ook’.
- Schrijf in plaatjes.
- Voorkom ruis: alle woorden en zinnen die je kunt schrappen, omdat ze eigenlijk niets toevoegen.
- Hou rekening met je lezer. Bestaat je publiek uit beleidsambtenaren die zich bezighouden met verkeer, dan mag je het best over een OFOS hebben.
Schrijf aan je bejaarde moeder
Schrijf je weleens een brief namens de overheid en vind je dit lastig? Neem een persoon in je hoofd die je kent. Je bejaarde moeder of die aardige buurman. Schrijf zoals je het verhaal zou vertellen aan hem of haar. Neem nou de eerste twee alinea’s van deze (helaas echte) bewonersbrief:
Via deze brief brengen wij u op de hoogte van de stand van zaken rondom het kunstwerk X. De [gemeente] heeft u de afgelopen anderhalf jaar een aantal keer geïnformeerd over de plaatsing van dit kunstwerk.
Op xx.xx.xxxx heeft het [gemeentebestuur] de uitvoering van het besluit om het kunstwerk te plaatsen opnieuw besproken en heroverwogen. De optelsom van de gedane inzichten en ervaringen van de afgelopen anderhalf jaar hebben ertoe geleid dat het gemeentebestuur heeft besloten om geen gebruik te maken van de verleende omgevingsvergunning voor het plaatsen van het kunstwerk. Dit betekent dat het kunstwerk er niet komt.
De belangrijkste (en eigenlijk enige) boodschap van deze brief staat in de laatste zin. Hoe zou je dit tegen je buurman zeggen? Waarschijnlijk zo: ‘We hebben er nog eens goed over nagedacht en het kunstwerk komt er niet.’ Daarna volgt de argumentatie waarom niet. In het geval van deze brief kom je dan ongeveer hier op uit:
Via deze brief brengen wij u op de hoogte van de stand van zaken rondom het kunstwerk X. De gemeente heeft u de afgelopen anderhalf jaar een aantal keer geïnformeerd over de plaatsing van dit kunstwerk X. Op xx.xx.xxxx heeft het gemeentebestuur de uitvoering van het besluit om het kunstwerk te plaatsen opnieuw besproken en heroverwogen besloten om dit kunstwerk niet te plaatsen. De optelsom van de gedane inzichten en ervaringen van de afgelopen anderhalf jaar hebben ertoe geleid dat het gemeentebestuur heeft besloten om geen gebruik te maken van de verleende omgevingsvergunning voor het plaatsen van het kunstwerk. Dit betekent dat het kunstwerk er niet komt.
Beste test: echte mensen
Een stuk grotere kans dat je bejaarde moeder dit begrijpt. Maar we kunnen ‘B1-teksten’ nou eenmaal niet door een programmaatje halen. De beste test voor begrijpelijke overheidstaal blijft dus: echte mensen. Natuurlijk klinkt een claim prettig: onze gemeente schrijft teksten die 95% van de Nederlanders begrijpt. Maar wat is dat waard als het nergens op is gebaseerd?
B1-teksten, als we maar weten wat we bedoelen
Waarom dan toch maar die term ‘teksten op B1-niveau’ handhaven? Omdat hij inmiddels zo ingeburgerd is geraakt dat hij synoniem is gaan staan voor ‘heldere overheidsteksten’. En die teksten willen we natuurlijk allemaal wel. Zolang we elkaar maar niet de illusie aanpraten dat je een B1-keurmerk kunt verdienen. Gezond verstand en testen met echte mensen blijft altijd nodig.
Comments
Goede tips. Ik ga ze direct toepassen bij het aanpassen van een tekst.