De 10 dingen die de afgelopen 5 maanden veranderd zijn
Ik ga terug naar Amsterdam. Na 5 maanden zwerven door Spanje ga ik een weekje op vakantie in mijn eigen huis. Een goed moment om eens stil te staan bij de dingen die de afgelopen tijd veranderd zijn. Conclusie: ik ben al (een beetje) Spaanser geworden. En een beetje plattelandser ook. En een stuk relaxter. ¡Qué guay!
10 veranderingen
Onder het motto: het zijn de kleine dingen die het doen, die het doen (Saskia en Serge, ken uw klassiekers). Dit zijn 10 dingen waarbij ik de afgelopen 5 maanden verandering heb gezien. In vrijwel willekeurige volgorde.
1. Ik lijk meer op een plattelander
Een paar dagen geleden kreeg ik een geweldig compliment van een van mijn hosts. Ik was met een kruiwagen balen stro aan het verplaatsen. ‘Heb je echt nooit op het platteland gewoond?’ vroeg hij, ‘Dat zou je niet zeggen namelijk.’ Hoera! Ik heb me regelmatig een enorme stadse kluns gevoeld, maar ik begin nu dus echt te integreren. Ik merk het zelf ook. Ik word handiger. Relatief dan hè.
2. Ik ben beter met beesten geworden
Tja, je bent een stadsmens of niet. Ik vond (vind) veel plattelandsdieren best groot en onberekenbaar. Maar ik groei. Bij het Ezelparadijs merkte ik voor het eerst dat ik natuurlijker met de ezels omging. Ik snapte ze beter en zij werkten daardoor beter met mij (dat een ezel koppig is, is geen cliché).
Zelfs met honden ga ik vooruit. Ik ben de afgelopen 5 maanden 2 keer op de grond getrokken, maar het schrikt me minder af.
En zelfs met honden ga ik vooruit. Ik geef toe dat ik de afgelopen 5 maanden nog 2 keer op de grond ben getrokken door een hond, maar het schrikt me minder af. En dat is al enorme winst. De hond die me vorige week nog blauwe plekken in mijn arm beet, heb ik nu in de tas. Dat het arme beest én net gecastreerd is én inmiddels met een griepje rondloopt, zal ook wel helpen.
3. Ik haal met gemak 10.000 stappen per dag
In januari van dit jaar schreef ik dat ik zeker geen activity tracker ging aanschaffen. Het ding kwam er. Als ik er op een gemiddelde kantoordag niets aan deed, zat ik op amper 4.000 stappen. Pas met extra lunchwandelingen en avondwandelingen door het park haalde ik met de hakken over de sloot de 10.000. Dat is nu wel anders. Het gemiddelde staat op 15.000 stappen per dag. Gewoon door mijn ding te doen. Het platteland maakt de sportschool overbodig. De enige weken dat ik moeite had om aan de 10.000 per dag te komen was toen ik Spaans leerde in Valencia.
4. Ik kan beter genieten van het moment
Ik was altijd ontzettend goed in voorpret, en nagenieten kon ik ook vrij goed. Maar op het moment zelf was ik vaak alweer met andere dingen bezig. Dat is hier anders geworden. Misschien is het de steeds veranderende omgeving, waardoor ik dingen bewuster ervaar. Waar ik nu zit, kan ik bijvoorbeeld enorm genieten van de kleuren en het prachtige licht overdag, de uitzichten op de Sierra Nevada. En ‘s nachts zou ik (als het geen -7 was geweest) lang kunnen staren naar de sterrenhemel.
Misschien is het de steeds veranderende omgeving, waardoor ik dingen bewuster ervaar.
Misschien komt het omdat ik meer gericht ben op de plek en de mensen waar ik op dat moment ben. Of omdat ik vrijwel geen zorgen meer heb. En veel meer tijd en rust om te beseffen hoe mooi het leven is. En misschien ook wel een beetje omdat mediteren hier een goede oefening in is.
5. Ik slaap als een os
Dat was in mijn vorige leven weleens anders. Ik kon zomaar om 4 uur ‘s ochtends wakker schieten en dan was ik te gestrest om nog verder te slapen. Die stress kwam meestal door mijn werk. Omdat mensen dingen van me wilden die ik niet nuttig, onmogelijk of simpelweg vervelend vond. Of omdat er rottige spelletjes werden gespeeld waar de Amsterdammer allemaal niets aan had.
Mijn zorgen van nu? Dat ik ‘s ochtends geen thee kan zetten omdat het te koud is om het gasfornuis aan de praat te krijgen.
En nu? Wat is het leven nu simpel. Ik heb hier hele andere zorgen. Zo is het inmiddels zo koud, dat het gasfornuis het ‘s ochtends niet doet en mijn yoghurt ‘s nachts bevriest. Dat betekent: niet kunnen ontbijten! Geen thee kunnen zetten om de kou te verdrijven! Dat zijn mijn zorgen van nu. En nee, daar lig ik ‘s nachts niet wakker van. De buitenlucht en de fysieke inspanning helpen ook. Enorm.
6. Ik spreek beter Spaans
Man, wat is dit een worsteling. Die talenknobbel is in zijn geheel naar mijn broer gegaan. Maar nu durf ik het te zeggen: het begint te komen! Als ik moe ben is het een ramp en met 2 glazen wijn achter mijn kiezen gaat het beter, maar ik begin mijn babytaal een klein beetje kwijt te raken. Ik gooi er soms vloeiend de juiste verleden tijd tegenaan en ook weleens een subjuntivo. Aan mijn woordenschat wordt nog gewerkt. ‘Dat ding dat op de grond ligt en waar je je schoenen op schoonmaakt’ is een mat (felpudo) en ‘het ding waarin je water verwarmt’ een waterkoker (cafetera), maar ik kom er wel.
7. Ik versta beter Spaans
Ja sorry jongens, die taal is zo belangrijk, dit verdient een tweede plekje in de top-10. Ik versta namelijk veel beter Spaans dan dat ik het spreek. Passief is makkelijker dan actief. Maar voor mij is het wel een overwinning. Ik heb namelijk een extra handicap. Doofheid zit bij ons in de familie en inmiddels durf ik het toe te geven, ik heb er ook last van. Maar steeds vaker merk ik dat ik het geratel van Spanjaarden gewoon kan volgen. Min of meer dan.
8. Ik heb meer zelfvertrouwen gekregen
Nou wil ik op dit punt wel even stoer doen. Het was met mijn zelfvertrouwen niet slecht gesteld. Ik denk dat je onzekere avonturen alleen maar kunt ondernemen als je goed in je vel zit. Zoals ik in mijn klaagzang over mijn agile scrumshow al schreef, ik leef al 5 maanden grotendeels buiten mijn comfortzone.
Ik durf het hier op mijn blog met de hele wereld te delen als het moeilijk wordt.
Ik zit hier in mijn up tussen de Spanjaarden (ik denk dat alleen collega-introverten begrijpen hoe ver ik af en toe moet stretchen). Ik doe allemaal dingen die ik nog moet leren. Maar ik doe het allemaal wel. En ik durf het hier op mijn blog met de hele wereld te delen als het tegenvalt of als het moeilijk wordt. Alleen moeten jullie me soms niet te serieus nemen.
9. Ik eet als een Spanjaard
Jarenlang heb ik moeten wennen aan dat rare eetritme van Spanjaarden. Maar nu lunch ik met gemak ergens tussen 14.00 en 16.00 uur. En ik vind het nog prettig ook. ‘s Ochtends een flink havermoutontbijt (daar is dan weer niets Spaans aan) en dan er lekker tegenaan tot 14.00 uur. Dan een flinke warme maaltijd en ‘s avonds hoef ik alleen nog maar een soepje of een simpel hapje. Gisteravond was dat brood met tomatenspread (stamp een paar walnoten fijn, rasp een tomaat en een teentje knoflook, mik er olijfolie, zout en peper bij en lepel het op je brood). Vergezeld van een glaasje crianza of 2. Hoe Spaans kun je het hebben?
10. Ik ben gelukkiger geworden
Oké, dit is natuurlijk geen klein ding. Als ik de afgelopen 5 maanden vergelijk met de tijd daarvoor, dan voel ik de verschillen. Maar geluk is een reteabstract begrip (ik schreef een vierdelige serie over geluk) en ik vind het nog steeds lastig om te identificeren en te verwoorden. Sorry jongens, een onbedoelde cliffhanger. Ik kom erop terug. Het antwoord zit deels in het rijtje hierboven verscholen.
Amsterdam
Op naar Amsterdam! Daar heb ik ontzettend veel zin in! Voor het eerst van mijn leven ga ik vakantie vieren in mijn eigen stad. Weer naar mijn meisjes. En ik kan eindelijk weer door Amsterdam fietsen in de regen. En heel veel goed bier drinken. Maar het allergaafste vind ik dat ik mijn ouders en mijn vrienden weer ga zien. ¡Qué guay!
Comments
Wat een fijn lijstje om te lezen! Vooral die laatste ?
Ik heb pas ook een stappenteller gekregen. Met mijn thuiswerkbasis kom ik op de slechtste dagen nog niet eens op de 3000. Echt niet goed
Ik vond het toen ik op kantoor zat ook best confronterend. En dan ging ik dus soms uit het werk eindeloos rondjes door het park lopen om aan de 10,000 te komen. En nu gaat het helemaal vanzelf!
Mooi lijstje, Lonneke. Geniet van Amsterdam en tot straks in Spanje bij de ezels?