De Spaanse ambtenaar

Ik word hier altijd een beetje vies aangekeken als ik vertel dat ik vroeger in Amsterdam ambtenaar was. Het imago van ambtenaren is in Spanje nog veel slechter dan in Nederland. En met reden. Het is een vrij bizar systeem hoe je hier ambtenaar wordt én blijft.
Oposiciones
De laatste tijd zag ik ze steeds in mijn twitter timeline opduiken. Uitnodigingen om mee te doen aan de oposiciones. De wat? Oposiciones (‘opos’) zijn loodzware examens om ambtenaar te mogen worden. Het idee erachter: op deze manier maak je de selectie van ambtenaren objectief en kan niemand elkaar baantjes toeschuiven.
Tot zover de voordelen.
Jarenlange studie
Opos zijn er voor vrijwel alle publieke functies: van leraar tot verpleegkundige tot politieagent tot medewerker op het postkantoor. En dus ook voor alle functies bij gemeenten, provincies en ministeries. De examens zijn geen kattenpis. Voor de meeste opos moet je een paar jaar blokken. En dan bedoel ik dus ná je studie, gewoon speciaal voor je opos. En als je slaagt, ben je alleen nog maar door de eerste ronde.
Een baan voor het leven
De banen die je via dit systeem kunt bemachtigen, worden als volgt aangeprezen:
- Voor het leven
- Een (relatief) goed salaris
- Werkdagen van 8.00 tot 15.00 uur
- Veel vrije dagen (ik las ergens 40 per jaar)
En daarmee heb je dan meteen het hele probleem van dit systeem samengevat. Waar in Nederland overheidsbanen worden aangeprezen omdat ze interessant zijn, je jezelf kunt ontwikkelen en het mooi is om je in te zetten voor de publieke zaak, worden ze hier aangeprezen om de baangarantie en de korte werkdagen.
Afvalrace
Het is op 100 manieren doodzonde. Je leert natuurlijk niks van jarenlang studeren voor een toelatingsexamen. Je leert van de praktijk, niet uit boeken.
Het gaat dus zo. Je doet een opleiding of een studie en daarna gooi je er nog een paar jaar studie voor je oposición tegenaan. Dan komt de grote dag. Slaag je voor je examens? Dan volgen er nog een hoop tests, afhankelijk van het beroep. Als je politieagent wilt worden, moet je bijvoorbeeld ook 50 meter kunnen zwemmen binnen 70 (mannen) of 75 seconden (vrouwen).
Het overgrote deel valt ergens tijdens deze race af. Afhankelijk van de functie, zijn er zo’n 3 tot meer dan 50 gegadigden per baan. De afvallers gooien een paar jaar weg. Studeren voor de oposiciones schijnt zo zwaar te zijn, dat je er niet naast kunt werken. Maar ze liggen dan wel een paar jaar achter op leeftijdgenoten mét werkervaring.
Nou is dat ook wel weer relatief. Er zijn maar weinig Spaanse jongeren die in hun eerste werkjaren relevante werkervaring opdoen. Hallo jeugdwerkloosheid van 40%.
Geen enkele prikkel
Maar stel nou dat je de eindstreep van je oposición haalt. Dan heb je dus een baan voor het leven. Een gegarandeerd inkomen tot je pensioen. Of je nou wel of geen prestaties levert. Dat is dus waar het slechte imago van Spaanse ambtenaren vandaan komt. Er is geen enkele prikkel om er wat van te maken.
Ambtenaren zijn hier dan ook geen mensen met hart voor de publieke zaak, maar mensen die een vaste baan tot hun pensioen wilden, met een hoop vrije tijd.
Werk is er om geld te verdienen
Dat is in de Spaanse cultuur een heel normaal streven. Werk is hier namelijk helemaal niet belangrijk. Een inkomen, dat is belangrijk. Een vaste baan, die je vaste lasten betaalt en je financiële zekerheid geeft. En dan kun je buiten je werk de dingen doen waar het om gaat in het leven: tijd doorbrengen met je gezin, je familie en je vrienden.
Het Nederlandse idee van een carrière? Het lijkt hier hier nagenoeg onbekend. In Nederland is het één van de eerste vragen: wat voor werk doe je? In Spanje is de eerste vraag waar je vandaan komt. Werk is er om geld te verdienen, meer niet. Voor ambtenaren is dat dus gewoon je tijd uitzitten totdat je vrij bent.
Je hele leven hetzelfde
Mijn buurvrouw werkt bij de benzinepomp. Die baan kon ze krijgen toen ze van school kwam. Grote kans dat ze dit blijft doen tot haar pensioen. Je ziet het ook in de supermarkt. Niks zestienjarige meisjes achter de kassa. Overal mannen en vrouwen van middelbare leeftijd. Die werken daar dan al tien, twintig, dertig jaar.
Drie keer per week tref ik dezelfde medewerker in het zwembad. Samen met haar collega verveelt ze zich de hele dag te pletter. Maandag is ze altijd wat chagrijnig en op vrijdag heel vrolijk. Vrijdag is de beste dag van de week, zegt ze.
Jaar in, jaar uit.
Een willekeurige baan ver van huis
De mensen die jaren ploeteren voor hun opos en de eindstreep halen, gaan niet iets interessants doen. Nee. Ze gaan tot hun pensioen ergens tussen 8.00 en 15.00 uur aanwezig zitten zijn. Waar dat ‘ergens’ is, hebben ze nauwelijks invloed op.
Als je bijvoorbeeld slaagt voor je opos als leraar, dan word je op een willekeurige school geplaatst. Gewoon waar er net iemand met pensioen ging. Als je pech hebt is dat honderden kilometers van huis. En als je geluk hebt, kun je na een aantal jaren een overplaatsing aanvragen naar een school dichterbij. Een schooldirecteur heeft geen enkele invloed op de samenstelling van zijn of haar team. Er worden gewoon leraren gedropt. Het maakt niet uit of ze functioneren.
Natuurlijk zijn er leraren die er wat van maken. Natuurlijk zijn er ambtenaren die echt hun best doen om burgers te helpen. Maar dat komt dan volledig uit henzelf, want vanuit hun werkgever is er geen enkele prikkel om je werk goed te doen. Laat staan om beter te worden in je werk.
Organisatieontwikkeling
Ik heb er al regelmatig mee te maken gehad. Verveelde ambtenaren achter een loket. Bedompte kantoren waar alles maar één ding uitstraalt: zorg dat je hier zo snel mogelijk weer weg bent. Het was één van de eerste dingen die een Asturiaanse vriend tegen me zei: zorg dat je zo min mogelijk met de gemeente te maken krijgt. Ik snap nu wel beter waarom de meesten tot hun pensioen de gaatjes in het plafond zitten te tellen.
In mijn laatste jaren bij de gemeente Amsterdam hield ik me veel bezig met organisatieontwikkeling. Ik vond het interessant. Hoe zorg je ervoor dat ambtenaren gestimuleerd worden om dingen beter te maken voor Amsterdammers? Makkelijker, eenvoudiger, sneller. We experimenteerden erop los. Van losse stoeptegels afhandelen via webcare tot een afsprakensysteem om zonder wachttijd je paspoort op te halen.
Ik ken hier geen enkele gemeente met webcare. Een mailadres is al bijzonder. En het regionale ziekenhuis heeft niet eens een website. Ik kan het nu beter plaatsen. Mijn ervaringen in het ziekenhuis. Mijn queeste om resident te worden. En waarom dit zolang de oposiciones blijven bestaan nooit gaat veranderen.
Comments
Nou, dat klinkt allemaal weinig enerverend, het ambtenaarschap in Spanje…
Gelukkig ben je er zzp ‘er geworden met eigen tuinkantoor in plaats van ambtenaar in een Spaanse kantoortuin.
Overigens herken ik dat willekeurige plaatsingsbeleid ook nog wel uit mijn (overigens wel interessante) ambtenarenbestaan in NL. Als Rijksambtenaar was ik ‘in algemene dienst’. En dat betekent dat je ‘standplaats’ zomaar bij een reorganisatie kan wijzigen van Maastricht naar bijvoorbeeld Groningen.
Je kreeg dan een ‘verhuispremie’ en werd dan geacht te verkassen of op te hoepelen. Dat kwam wel eens voor, vooral als een chef de p.. op iemand had.
Oeh, dat klinkt ook best ouderwets. Ik ben bekend met de ambtenarencarrousels in Nederland, maar ik dacht dat dit tegenwoordig iets meer in overleg ging.
Ja, dat ging ook altijd in overleg kan ik me herinneren. Maar… als iemand overtollig werd verklaard bij een reorganisatie werd dit nog wel eens als een ‘oplossing’ gebracht. Meestal koos diegene dan toch maar voor een transitievergoeding…
Wat een interessant kijkje in de Spaanse cultuur, maar ik kan me voorstellen dat het niet altijd de meest gemotiveerde werknemers oplevert. En dan die jaren die je erin moet investeren, zonder garantie dat het iets wordt. Dat is wel een hele commitment.
Weer een erg interessant inkijkje in de Spaanse wereld, dit!
Zoals je dat uitlegt verklaart het waarom ik vaak onaardig behandeld werd. Dat is vervelend omdat je afhankelijk bent van hen. Vaak kom je geen stap verder of onduidelijke informatie krijg. Gelukkig heb ik weinig te doen met de ambtenearen. Ik was laatst in de grote stad (in Spanje, waar ik nu dertig jaar woon) om iets te regelen met het stadhuis. Ik ben nooit zo aardig behandeld! Altijd leuk je comentaren te lezen, Lonneke! Ik lees je al een tijd. Mijn lees tip om Spanje beter te leren kennen is “The new Spaniards van John Hooper”. Het is een boek van 1986 dat ik in 2000 las maar het was, net als jou atriekel van nu, een openbaring waardoor je zoiets krijgt van “Ohh, nu begrijp ik het”.
Dank voor de boektip!
Ik vind het dubbel. Enerzijds moet ik er niet aan denken dat ik mijn werk maar zou uitzitten, dat je wacht op het ‘tot pensioen gaan’, wat een verspilling van tijd. Iets wat je zoveel uur per week doet moet toch ook interessant zijn, althans dat vind ik. Anderzijds vind ik ook dat wij, noord Europeanen, het werk soms te belangrijk maken. Alsof je bent wat je functie is. Terwijl een goed onderhouden privé leven met persoonlijke interesses en ontwikkelingen ook zo belangrijk is. Dus een gulde middenweg lijkt mij het beste en probeer ik zelf na te leven 🙂
In dat laatste heb je wat mij betreft helemaal gelijk en ik denk dat wij op dat vlak best iets van de Spanjaarden zouden kunnen leren. 🙂