De steen
Hij ligt op het muurtje van mijn keuken. Op de rand waar ik altijd mijn boodschappen opschrijf, en andere dingen die ik niet moet vergeten. Soms gooit Mus hem op de grond, dan word ik aan hem herinnerd. Hij lag op het strand van Ribadesella in Asturias. Hij ligt nu te wachten op dat muurtje, tot ik hem mee terug neem. Naar huis.
Het waren mijn laatste dagen in het ezelparadijs, september vorig jaar. Marleen drong erop aan dat ik nog een dag vrij nam. Eigenlijk wilde ik geen minuut meer van het leven daar missen, maar ik wist dat het een goed idee was. En zo bracht ze me op een bewolkte, winderige zomerdag naar Ribadesella, een toeristisch dorpje aan de Costa Verde.
Ik was in die dagen volop aan het nadenken over mijn toekomst. Ik liep door de winkelstraten, door de haven, de berg op naar een eenzame kapel en over het strand. Ik kan het beste nadenken als ik loop.
Het strand was leeg. Het was eigenlijk niet meer dan een baai. Ik probeerde me in te denken dat dit mijn strand was. Een plek zoals Bergen aan Zee, waar je af en toe naartoe gaat om uit te waaien en om de zee te zien. En toen lag er die steen. Hij viel op omdat hij rood was. Heel even onderdrukte ik de neiging om hem op te pakken omdat ik het stom vond. Ik hield hem in mijn hand en liep verder. Later stopte ik hem in mijn broekzak. Daar heeft hij gezeten tot ik terug was in Amsterdam. Toen legde ik hem op het muurtje van mijn keuken.
Mijn oog valt nog steeds vaak op hem. En als Mus hem op de grond gooit, dan raap ik hem weer op. Soms hou ik hem dan net iets langer vast dan nodig is. Op een dag breng ik hem terug naar waar hij vandaan komt, naar het strand van Ribadesella. Waar ik dan af en toe naartoe ga om uit te waaien en om de zee te zien.
Comments
Go Lonneke, go! It will make you happy!