Dingen die ik vroeger raar had gevonden
Ik vind allerlei dingen gewoon die ik vóór het coronavirus raar had gevonden. Behoorlijk raar.
Exclusieve privéclub
Dat ik me naakt zou voelen in de supermarkt zonder mondkapje.
Dat er in gebouwen een thermometer op je hoofd wordt gericht.
Ik zwem twee keer per week. Vroeger badmintonde ik twee keer per week en zwom ik een keer per week. Tot in maart de sporthal en het zwembad dichtgingen. Toen zat ik twee maanden thuis en kwam ik vier kilo aan. Maar nu zwem ik dus twee keer per week, want badmintonnen doen we nog steeds niet.
Het voelt alsof ik lid ben van een exclusieve privéclub. Je mag alleen komen zwemmen als je een abonnement hebt en alleen als je gereserveerd hebt. Drie kwartier een baan voor jezelf alleen. En eerlijk gezegd valt het een beetje tegen als er ook iemand in de baan naast me zwemt. Zelfs het coronavirus heeft zo zijn voordelen.
Mondkapje
Het gaat zo. Ik zet mijn mondkapje op, stap uit de auto, kom binnen, veeg mijn voeten op twee verschillende matten, grijp naar het pompje handgel, open een poortje met mijn pasje, zeg hallo tegen het personeel, zij zeggen hallo terug (deze drie laatste dingen waren voor corona ook al zo) en een van hen richt een thermometer op mijn hoofd.
In de kleedkamer zeg ik naakte vrouwen met natte haren en een mondkapje op gedag. Ik kleed me uit tot mijn mondkapje, trek mijn badpak aan, zet mijn badmuts op en loop de zwembadruimte in. Daar pak ik een bakje voor mijn mondkapje, leg het erin en spoel me af onder de douche. Daarna doe ik iets illegaals. Eigenlijk zou ik de meters tussen de douche en de rand van het zwembad (afgezet met gele pilonnen) met een mondkapje op moeten afleggen.
Ontsmetten
Ik kies een baan uit. Meestal zijn er nog twee andere zwemmers. Dan zwemmen we dus in baan 1, 3 en 5. Of in 2, 4 en 6, dat kan ook. Soms zijn we met zijn vieren en dan moet de vierde dus een lastige afweging maken. Het personeel is nog net in de minderheid. Een van hen bedient de kassa en de telefoon, de ander surveilleert in het zwembad. De surveillant ijsbeert moederziel alleen met mondkapje keurig buiten de gele pilonnen om het zwembad.
Ik wil niet weten wat dit de gemeente kost. Ik betaal 2 euro per keer.
Na het zwemmen kom ik het water uit en loop naar mijn bakje waar mijn mondkapje in ligt. Dat bakje ligt op mijn bank. Iedere zwemmer heeft een eigen bank. Mijn bank staat zo dichtbij de douche dat ik ook op terugweg deze meters illegaal zonder mondkapje afleg. Douchen is alleen afspoelen. De douches in de kleedkamer zijn afgesloten, haren wassen doe je maar thuis. Na het douchen pak ik mijn mondkapje uit mijn bakje en leg het bakje op de stapel te ontsmetten bakjes. Na het aankleden ontsmet ik de locker die ik gebruikt heb en ik meld het netjes aan de balie als ik de wc heb gebruikt. Die gaat de medewerker die achter de kassa zit dan schoonmaken en ontsmetten.
En dan reserveer ik voor de volgende keer. Het is allemaal heel gewoon.
Koppositie kwijt
Dat er overal op de grond pijlen en stippen staan.
Dat je bij een wandeling in de natuur altijd een mondkapje binnen handbereik moet hebben voor als je tegenliggers tegenkomt.
Het gaat in Asturias niet supergoed qua aantallen besmettingen. Bij lange na niet zo slecht als in Nederland, maar het is niet goed. We zaten de laatste dagen boven de 100 besmettingen per dag, op een bevolking van 1 miljoen. Ongeveer drie keer zo weinig als Nederland. Het percentage positieve PCR-testen geeft hetzelfde beeld: 3,5% tegen 9,1%.
De regiopresident van Asturias baalt verschrikkelijk. Tijdenlang ging Asturias aan kop in Spanje: steevast het minste besmettingen van alle autonome regio’s. Nu zijn we geloof ik al door vijf regio’s ingehaald. Hij zal dus ongetwijfeld zinnen op extra maatregelen. Er wordt voorlopig alleen nog gestrooid met ‘alertas naranjas’. Niemand weet precies wat dit betekent, maar als een gemeente op ‘oranje’ gaat, dan wordt daar nóg beter op de regels gelet. Of zoiets. Zeven Asturiaanse gemeenten hebben op dit moment zo’n status.
Hypothermie
Dat in alle wachtruimtes tweederde van de stoelen is afgeplakt.
Dat als je op straat iemand spot die zijn mondkapje onder zijn neus heeft hangen, je het gevoel hebt dat ie rondloopt met zijn gulp open.
De juf op school richt een thermometer op mijn hoofd. Bliep, zegt ie. ‘O, dat is keurig,’ zegt ze. Ze laat me het display zien. Ik lees 35,1 graden. Op het randje van hypothermie. Heel gek, maar niemand in mijn klas had koorts.
Ik heb weer Spaanse les. Ik begon er twee jaar geleden ook al eens aan. Mijn gemeente biedt gratis Spaanse les voor buitenlanders. Maar omdat de meerderheid beginner was (en de docent op zijn pensioen zat te wachten), vond ik de lessen dodelijk saai. Maar ja, na afloop was het wel gezellig.
Geen terras
De school heeft de groep dit jaar in tweeën gedeeld: een beginnersklas en eentje voor gevorderden. En de betreffende docent is met pensioen. Dus nu is het wel weer het proberen waard.
Ging ik in het pré-coronatijdperk uiteindelijk alleen nog naar de borrel achteraf, nu is het precies andersom. Ik heb een keer na afloop op het terras gezeten. En hoewel het buiten was, zat ik daar toch niet lekker met vijf vreemden aan een tafel zonder mondkapjes. En dus ga ik voorlopig alleen braaf naar de les. Een klasje van zes, tafeltjes netjes uit elkaar, handgel, mondkapjes uiteraard en de ramen open.
Bij de KNO-arts
Ik heb een afspraak bij de KNO-arts. Qua gezondheid is dit echt mijn geluksjaar. Ik sluit aan in de rij voor het ziekenhuis. Als ik de ingang heb bereikt, veeg ik mijn voeten over twee verschillende matten. Een verpleegster neemt me onder vuur met haar thermometer. Ik ontsmet mijn handen. Ze geeft me een chirurgisch mondkapje. Dat moet ik over mijn eigen mondkapje opzetten.
De KNO-arts wil met een camera via mijn neus in mijn keel kijken. Ik moet even wachten tot zij en haar assistente daarop voorbereid zijn. Als ze me weer binnenroepen, zijn ze gehuld in een schort, handschoenen en een spatscherm over hun mondkapje. Voor mij hebben ze een speciaal mondkapje gefabriceerd met twee gaatjes op de plek van mijn neusgaten. Alsof ik een besmettelijke ziekte heb. O wacht.
Dat ik inmiddels mensen ken van wie ik niet weet hoe de onderkant van hun gezicht eruit ziet.
Dat als ik een serie van vroeger kijk, ik de hele tijd denk: nee, nee, niet zo dicht bij elkaar!
Comments
Haha die laatste zin, dat heb ik ook echt heel erg, ook bij oude foto’s enzo.
Wat fijn dat je wel weer kunt gaan zwemmen, je staat er goed op met je badmuts, zwembril en mondkapje 🙂
Ja best wel herkenbaar, het is gewoon een rare tijd.
Maar ik heb het idee dat men zich daar beter aan de regels houdt dan hier, dat blijkt nu ook wel uit de cijfers.
Wij zijn dit jaar nog maar één keertje ergens geweest en dat was onlangs naar Burgers Zoo waar we een abonnement op hebben, dus reserveren voor een tijdslot, het was er erg rustig, maar ben benieuwd hoe lang die dierentuinen dat gaan vol houden.
Nou sterkte daar en maar hopen op betere tijden!
dat is heel apart.
Ik herken het nodige inderdaad! Over sommige procedures ben ik dan wel echt weer verbaasd…
*Drie kwartier een baan voor jezelf alleen. En eerlijk gezegd valt het een beetje tegen als er ook iemand in de baan naast me zwemt.*
hahaha dat vond ik voor corona al 🙂
Dit virus gaat een keer weg of houdt op. En stel dat, dat niet met een vaccin is maar dat we ineens beseffen dat er geen zieken meer bij komen. En dan mag alles ineens weer wel en hoeven maatregelen van nu niet meer. Dat lijkt me ook een gek moment. Dat je ineens weer familie en vrienden mag omhelzen en gaan we dan weer hutje mutje in de kroeg zitten of naar een concert met een paar duizend mensen in 1 zaal? Ik weet het niet, alleen het lijkt me dat we daar ook weer aan moeten wennen en dat je in het begin dan denk: mag niet, oja toch wel.