Acht dingen die zo leuk zijn aan Asturias
Een tijdje terug schreef ik over de negen dingen die ik mis aan Nederland. Ik eindigde met dat er ‘natuurlijk’ ook een lijstje kwam met de dingen die ik níet mis. Maar dat komt er niet. Het namelijk helemaal niet leuk om je aandacht te richten op negatieve dingen. Wat wél leuk is: vertellen wat er zo leuk is aan Asturias.
Asturias en Spanje
Even vooraf. Spanje is eigenlijk een soort Verenigde Staten van Spanje. Het bestaat uit zeventien autonome regio’s. Principado de Asturias (prinsdom van Asturië) is er daar eentje van. Een kleintje, met 1 miljoen inwoners en een oppervlakte van 10.600 km² (vier keer zo klein als Nederland).
Elke regio heeft zijn eigen parlement, wetgeving, vlag, gebruiken en soms ook taal. In Asturias is dat het Asturiaans. Daardoor heeft ook elke regio een sterke eigen identiteit. Ik denk dat veel van mijn provinciegenoten zich eerst Asturiaan voelen en dan pas Spanjaard.
En nu mijn top-8.
1. De kust
Ik viel als een blok voor de Asturiaanse kust. Die is van een onbeschrijflijke schoonheid. Ruige kliffen en rotspartijen, woeste golven, fantastische wolkenluchten, een prachtig licht en paradijselijke baaien. Wat de kust extra mooi maakt is het gebrek aan bebouwing. De koeien en de schapen grazen met uitzicht op zee.
Ik krijg nog steeds weleens tranen in mijn ogen als ik langs de kust wandel. En niet alleen van de stevige wind.
2. De bergen
Eigenlijk is dat misschien wel het gaafste aan Asturias. Je hoeft niet te kiezen tussen de bergen en de kust. Ze zijn allebei vlakbij. De Picos de Europa liggen voor een groot deel in Asturias, maar er zijn nog veel meer prachtige natuurgebieden. Het toerismebureau adverteert Asturias als El Paraíso Natural – het groene paradijs – en dat is niet overdreven.
3. De Asturiaanse cultuur
Het Cantabrisch gebergte heeft altijd gefungeerd als een natuurlijke buffer. Daarom is de noordkust – in tegenstelling tot de rest van Spanje – groen en nat. Maar Asturias was ook de enige regio waar de Moren nooit geheerst hebben. Ze werden volgens de overlevering tot staan gebracht door Don Pelayo bij de Slag van Covadonga in 722. Daarmee begon de reconquista, de herovering van Spanje op de Moren. Pelayo is nog steeds de grote held hier.
Asturias lijkt niet op het Spanje zoals de meeste Nederlanders het kennen. De mensen zijn er ingetogener en ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ had best een Asturiaanse uitdrukking kunnen zijn. Geen castagnetten en dramatisch gejammer, maar de gaita is hier het nationale instrument. Een doedelzak.
En cider is de nationale drank. Asturiaanse sidra. Bitter, zonder koolzuur en vanaf een meter hoog ingeschonken voor een sprankeling in het glas.
4. Het gebrek aan koopmansgeest
In Asturias moet commercieel denken nog worden uitgevonden en dat is een verademing. Winkels zijn dicht tussen 14.00 en 17.00 uur en alle restaurants hebben ongeveer dezelfde menukaart. Neem als je naar het strand gaat vooral een picknickmand mee, want een strandtent vind je er waarschijnlijk niet. Wel gratis douches en kraantjes.
Asturianen hoeven niet overal een slaatje uit te slaan. Een mooi voorbeeld maakte ik pas geleden mee, toen mijn auto een platte band opliep. Er zijn allerlei kleine voorbeelden. Dat ik hier bijvoorbeeld niet met schroom een café binnenloop om te vragen of ik even mag plassen. Natuurlijk mag je plassen. En dat kost dan niet vijftig cent.
5. Asturiaanse klantvriendelijkheid
Oké, ik was Amsterdam gewend, dus ik kom van ver. Maar als je hier dus op een terras gaat zitten, dan staat er iemand bij je tafeltje voordat je kont je stoel geraakt heeft. Dan bestel je bijvoorbeeld een kopje thee en dan kun je daar rustig een uur op blijven zitten. Sterker nog, ze vinden het best gek als je daarna nog een tweede drankje wilt.
Ik heb in mijn leven nog nooit zelf brandstof getankt. Dat doen ze hier namelijk voor je. En niet omdat ze een fooi verwachten, maar omdat dat gewoon bij hun werk hoort. In de supermarkt helpt de caissière je met inpakken. Als je dat wilt, want dat vraagt ze eerst aan je.
En als er timmermannen je keukenkastjes vervangen, dan verplaatsen ze met een glimlach ook even je wasmachine naar de schuur, vijftien meter verderop. En als ze dan toch bezig zijn, sluiten ze hem ook nog even voor je aan. Nee, dat kost niks extra’s, want ze deden je keukenkastjes tegen een vaste prijs.
6. Het ontbreken van files
Als ik Asturianen vertel dat een ochtendspits met een paar honderd kilometer file in Nederland business as usual is, kijken ze me ongelovig aan. Hier halen files de krant. Op 15 augustus 2018, een nationale feestdag en zonnige zomerdag middenin het hoogseizoen, stond de snelweg A8 aan de kust helemaal vast met een file die opliep tot wel veertien kilometer. Doomsday in Asturias.
Hoogzomer sta ik weleens stil voor een rotonde, met name omdat ongeveer de helft van de Spanjaarden geen richting aangeeft. Andere vormen van vertraging loop je op door tractoren op de weg en overstekende koeien.
7. Het vertrouwen in de mensheid
Dat vind ik echt een schitterende gewoonte. Ik schreef al eens eerder een blog over hoe men hier zaken doet op basis van vertrouwen. Vooraf afrekenen op het terras omdat je anders misschien wegloopt? Bizarre gedachte. Of het nou bij de garage of de dierenarts is, je kunt gerust later terugkomen om te betalen.
Het draait om het opbouwen van relaties en de gemiddelde Asturiaan gaat uit van de goedheid van de mens. Dat is meestal terecht. Asturias staat in de top-3 van de autonome regio’s met de minste criminaliteit.
8. Asturiaanse kneuterigheid
Of het nou om sportwedstrijden, festivals of musea gaat, het voelt alsof je terug bent in de jaren 80. Krakende muziekinstallaties, klungelige aankleding, stoffige tentoonstellingen, het ontbreken van Engels of überhaupt informatie, welkom in Asturias. Ze vieren hier heel wat feestjes, maar ze zijn allemaal even kneuterig en geïmproviseerd.
Online hoef je al helemaal niet vooraf naar informatie te zoeken. Je weet dat er een festival is door kartonnen aanplakbiljetten of doordat de buurvrouw je dat vertelt. Iedereen weet allang welk dorp in welk weekend zijn jaarlijkse feesten heeft. Dat hoef je helemaal niet aan te kondigen. Ze worden allemaal massaal bezocht en met parkeren moet je ook een beetje improviseren.
Ze kunnen wel feesten hoor, de Asturianen. Het absolute hoogtepunt bij mij in de streek is in het eerste weekend van augustus: de jaarlijkse kanorace van Arriondas naar Ribadesella. En dat vieren ze zo:
Comments
Oh, wat klinkt dat heerlijk, zeg! Ik snap wel dat je daar bent gaan wonen 🙂 Als ik nog eens op vakantie ga naar Spanje, weet ik dankzij dit blogje zeker dat het dan Asturia wordt.
Fijn om te lezen dat Asturia je zo goed bevalt!
Jouw gebied gaat op mijn lijstje. We hebben het plan eindelijk eens naar iets anders te gaan dan vakantiehuis in Frankrijk maar de hond kunnen we niet alleen laten en in pension doen. We zouden niet weten dat we dan voor hond terugkrijgen. De neuroot is zo gehecht aan ons en snel in paniek en nerveus.
Ze is 9 en dit ras wordt 10-11 jaar, dsu nog even geduld hebben.
We zoeken echt een regio zonder veel toerisme om met een auto rond te touren en niet in wachttijden terecht te komen.
Haha, moest lachen om je “alle restaurants hebben zo ongeveer hetzelfde menu”. Dat past dan weer heel goed bij de rest. Leuk stukje!
Ja echt hè? Ik denk dan met een commerciële blik: ik zou wat anders serveren, maar dat werkt dus helemaal niet… Ik sprak ooit een restauranthouder op Mallorca die galettes serveerde (die Franse boekweitpannenkoeken met van alles erop) en die had het zwaar. Spanjaarden begonnen er niet aan.
Dat klinkt heerlijk! Sommige dingen herken ik wel van de kleine dorpjes waar ik heb gewoond/woon (vér van Amsterdam, als ik daar ben heb ik altijd het idee dat ik een soort bord op mijn hoofd heb met “ik kom van het platteland”), maar een hoop dingen vind je zelfs daar niet meer.
De plattelandsfactor zal zeker een rol spelen, maar het is ook wel iets Asturiaans, geloof ik. Mijn advocaat in Gijón heeft ook nooit om een aanbetaling gevraagd. Was al weken voor me aan het werk en er stond niks op papier.
Gaaf!
We proberen nu al jaren die kant op te komen, maar wij reizen meestal net in de weken dat het nog te slecht weer is in de Picos. Maar het gaat er een keer van komen!
Gezellig!