Het groene paradijs
Asturias wordt door het toerismebureau uitgevent als ‘El Paraíso Natural’, vrij vertaald: het groene paradijs. Elk jaar komen hier ruim twee miljoen mensen vakantie vieren. Het aantal toeristen uit het buitenland is de afgelopen tien jaar ongeveer verdubbeld en ligt zo rond de 11%.
En nu zit ik in dubio of ik jullie de geheimen van Asturias wel moet verklappen.
Gewandeld en gezwommen
Ik ben weer even op vakantie in eigen streek. Het voordeel van het hebben van een logee. En vooruit, een manuscript dat is herzien en voor de tweede keer bij de uitgever ligt. En zomers weer, dat helpt ook.
Wandel- en zwemvriendin is hier. En dus wordt er gewandeld en gezwommen. Dat kan hier allebei fantastisch, zolang je geen bezwaar hebt tegen zeezwemmen en omhoog en omlaag lopen.
Seizoen begonnen
We doen dat vakantie vieren niet alleen. Het seizoen is begonnen. En daar gaat straks in augustus nog een forse schep bovenop. Asturias heeft een kort seizoen. Ergens in juni begint het aan te trekken, in augustus hebben we opstoppingen op de rotondes en in september loopt het weer af.
Dat doen ze maar zonder mij
De highlights laten we nu dus maar even links liggen. Zoals de Ruta del Cares, waar ik in maart wat over schreef. Daar is het nu vast een gekkenhuis. Met zijn honderden over een pad langs een ravijn lopen, dat doen ze maar zonder mij. En de beroemde Lagos de Covadonga zijn ook mooier als de hordes weer weg zijn en de bussen niet af en aan rijden.
Lekker steil
En dus gingen we iets doen waar de gemiddelde toerist geen zin in heeft. Omhoog een berg op lopen. Lekker steil, want dat is leuk volgens wandel- en zwemvriendin. Eerst 500 meter omhoog en daarna weer 500 meter omlaag. Madre mía.
En mooi dat het was.
We hebben een herder gezien. Verder alleen maar koeien, die zich ophielden in het struikgewas. Hun bellen klonken als een koor. En bergen en hutten en bloemen en bomen en planten en vogels.
Banenzwemplek
Maar gelukkig mochten we ook gewoon een beetje kustwandelen en in zee plonzen bij een van de vele idyllische strandjes in Asturias. Ik heb een nieuwe ontdekt. Deze is wel behoorlijk briljant. Slechts lopend of op de fiets te bereiken. En dat sluit ongeveer dezelfde toeristen uit als de groep die niet een berg op wil lopen. Bijna iedereen dus.
Ik ga jullie natuurlijk niet de naam van dat strandje onthullen
Het bleek de mooiste banenzwemplek die ik ooit heb gezien. Karst heeft een kanaal gevormd van wel honderd meter of zo. En dat was enorm fijn poedelen.
Ik ga jullie natuurlijk niet de naam van dat strandje onthullen. Dat snappen jullie wel.
Kaas en cider
Verder eten we lokale kaas en drinken we Spaanse wijn in de tuin. Ik moet opeens vaker naar de glasbak. Vandaag gaan we naar de markt in Cangas de Onís voor nog meer kaas. En cider. Ingeschonken vanaf een meter hoogte voor een beetje sprankeling in het glas. Maandag gooien we er dan ter afsluiting nog een wandel/zwemcombinatie achteraan.
Ik zou het niet doen, op vakantie naar Asturias
Ik zou het niet doen, op vakantie naar Asturias. Niemand spreekt Engels en het is plakkerig warm vanwege de hoge luchtvochtigheid. Als het niet gewoon regent. Je moet zoeken naar een parkeerplek en je zou zomaar in de jaarlijkse file terecht kunnen komen.
Er is ook geen moer te doen hier eigenlijk. Als je eenmaal de maagd van Covadonga hebt aanschouwd, koop je een stuk Cabrales kaas, je drinkt een glas cider en dan kun je eigenlijk wel weer verder.
Naar de costa’s of zo.
Comments
Wat ziet dat er mooi uit, zowel het wandelen als het zwemmen lokken mij allebei wel aan. Maar net zoals jij de drukte niet. Veel plezier nog samen.
Ja, de Ruta del Cares is in augustus net de Kalverstraat – maar verder hoef je verrassend weinig moeite te doen om rustige plekjes te vinden. Kijk goed en je vindt het nest van een gier.. je ziet ze in de Picos overal door de lucht zweven!
Nog even en we zijn er weer.
Het wachten duurt veel te lang.