In transit
Sorry, dat duurde even. Ik wist een tijdje niet zo goed wat te schrijven. Niet omdat er van alles aan de hand is. Eerder het omgekeerde, er is niet zoveel aan de hand. Ik zit sinds 18 oktober in de grote stad. Alsof ik een paar weken in transit ben. Ik wist niet zo goed wat ik van die tussenweken moest vinden. Maar nu wel.
Laatste avond met Tariq en Siets
Even bij het begin beginnen. Ik vertrok op 18 oktober van Casa da Cabaza naar Lugo, na een bijzondere laatste avond met Tariq en Siets. Ze hadden me mee uit genomen naar het enige café van Bóveda, het dichtstbijzijnde dorp. We dronken pils van de tap, aten pizza en patat en we hadden een persoonlijk en indringend gesprek over het leven als emigrant op het platteland en de keuzes waar ik voor sta. Het zijn dit soort gesprekken die mijn avontuur mede zo bijzonder maken.
Santiago met mijn ouders
Ik was de 18e alleen maar naar Lugo vertrokken om de 19e op tijd de bus naar het vliegveld van Santiago de Compostela te kunnen pakken om mijn ouders op te wachten. Dat is ook zo′n bijzonder ding. Dat je op een vliegveld waar je nog nooit bent geweest tussen de afhalers staat te posten om je ouders in de armen te kunnen sluiten.
Opeens sta je 3 ochtenden met je moeder in de keuken de yoghurt met muesli klaar te maken.
We sliepen met zijn drieën in een appartement van 50 vierkante meter. Mijn vader kon vanwege het schuine dak slechts in de helft ervan rechtop staan. Opeens sta je 3 ochtenden met je moeder in de keuken om de yoghurt met muesli klaar te maken. En ′s avonds kijk je met je vader op je laptop naar het journaal. Het was allemaal zo fijn en knus. En we hebben hele leuke dingen gedaan. Onbetaalbaar.
Een biertje doen in Valencia
En toen kwam goede vriend Rob. Ook nog. Op de vroege ochtend van 23 oktober vloog ik van Santiago de Compostela naar Valencia. Ik dumpte mijn spullen in een enorm appartement, sprong op de fiets naar de beste bierwinkel van de stad, legde het bier koud en wachtte tot Rob aanbelde. Het leven kan heel mooi zijn.
We deden een biertje, en nog één en nog één, en toen moest Rob alweer terug naar Amsterdam. Ik bleef een beetje beduusd in Valencia achter.
Studentenhuis
Hoofdstuk 3 van In Transit. Ik kwam terecht in een studentenhuis. De eerste ochtend heb ik een uur doorgebracht in de keuken. Puinruimen, vuilnis weggooien en schoonmaken, zodat er überhaupt gekookt kon worden.
Ik bleek het appartement te delen met zeer jonge huisgenoten. Een aardige Engelse jongen van 18, die blijkbaar gewend was dat zijn moeder alles achter hem opruimde, een onbekend aantal Chinezen, waarvan er eentje elke dag op zo′n manier wist te douchen dat de badkamer na afloop blank stond. En een Spaanse, die het onfortuinlijke besluit nam om zaterdagavond een stuk of 7 vrienden uit te nodigen voor een pizzafeestje in de keuken.
Ik had tot maandag 9.00 uur de tijd om mijn kamer te ontruimen. Feestjes werden niet getolereerd.
Ik liep die avond nietsvermoedend de keuken in om een kopje thee te zetten. Zeg maar de zaterdagavond van een 43-jarige. De keuken bleek in beslag genomen door 8 luidruchtige Spanjaarden, die behoorlijk leken te schrikken. Feestjes zijn strikt verboden in dit gebouw. Ik zette onverdroten een pannetje water op en liep op mijn sloffen terug naar mijn kamer. Toen ik een paar minuten later terug kwam, was het testosterondeel van het gezelschap al bezig om zich uit de voeten te maken. De 4 meisjes vertrokken 15 minuten later.
Op zondag werd er op mijn deur gebonkt. Twee boos kijkende dames vroegen of ik Lonnék was en overhandigden me een brief. Daarin stond dat ik tot maandag 9.00 uur de tijd had om mijn kamer te ontruimen. Er was zaterdagavond een feestje geweest en dat werd niet getolereerd. De politie was er nota bene aan te pas geweest (ze bleken het feestje in een ander appartement voortgezet te hebben, waar ik gelukkig volledig doorheen ben geslapen). Ik geloof dat ik de dames er vrij snel van kon overtuigen dat ik onschuldig was. Leve 43 zijn.
Big city
Welkom in Valencia. Welkom in de grote stad. Een wereld vol met hippe, jonge mensen die ′s nachts pas tot leven komen. Een stad waar het altijd stinkt naar uitlaatgassen, naar vuilnis en urine. Waar het geraas van auto′s en bussen, het gelal van dronken idioten, het gesmijt met deuren en het geluid van muziekinstallaties en tv′s klinkt. Waar de mannen van de gemeente om half 12 ′s avonds nog met grote vuilniswagens de straat in rijden om de containers te legen. Asfalt, gebouwen, beton, kledingwinkels, bedelaars en fastfoodketens. Man, ik ben het echt niet meer gewend.
Stad of platteland?
Even voor de goede orde: wat ik hier schreef over 3 weken in de grote stad en die plattelandsvrouw en zo, dat was gekscherend. Ik heb net 24 jaar in Amsterdam gewoond, dus ik ben een vrij ervaren stadsmens. Het was even wennen, maar inmiddels heb ik mijn draai hier in hartje Valencia aardig gevonden. En toch. En toch denk ik dat stad of platteland niet meer zo′n kwestie is.
Maak ik nog gebruik van de stad zoals ik dat vroeger deed? Ik zou net zo goed mijn wagen kunnen volladen en weer terugrijden naar het platteland.
Ik vind de stad best fijn vanwege de voorzieningen. Goed bier (al valt dat in Valencia ernstig tegen), musea, restaurants waar je fatsoenlijk vegetarisch kunt eten, goed gesorteerde supermarkten, dat soort dingen. Maar maak ik echt gebruik van de stad, zoals ik dat vroeger deed? Nee. Ik zou net zo goed mijn wagen vol kunnen laden bij die supermarkt en die bierwinkel, en weer terugrijden naar het platteland.
Kilo′s aangekomen
En nog zoiets. Dat stadsleven blijkt toch een potje ongezond voor mij, niet normaal. Er wordt niet meer met kruiwagens rondgereden en ik heb grote moeite om dagelijks nog de 10.000 stappen te halen. Ik ga veel later naar bed (want voordat de vuilnismannen langs zijn geweest slaap ik toch niet) en overal is verleiding. Goed gesorteerde supermarkten, banketbakkers, terrassen, borrelhappen, bier en wijn. Ik ben geloof ik al kilo′s aangekomen.
Het enige wat ik echt zou missen is de stadse mentaliteit.
Ik vind het nog steeds hartstikke leuk hoor om 1 of 2 nachtjes in een stad te slapen, maar dan wil ik wel weer weg. Het enige wat ik echt zou missen is de stadse mentaliteit: de diversiteit, de broedplaats en de continue verandering. Maar ja, een mens kan niet alles hebben.
De kleur groen
De grap is dus dat ik dacht dat deze weken in Valencia niet perse heel nuttig waren (los van mijn lessen Spaans uiteraard). Ik ben hier blijven hangen omdat ik geen Workaway-project had kunnen vinden. En nu besef ik welke belangrijke les ik hier leer. Ik mis het platteland. Ik mis de kleur groen en de weidsheid. Ik mis de stilte, de zwartheid van de nacht. Ik mis de fysieke beweging en de frisse buitenlucht. Ik mis het om naar de moestuin te lopen, in plaats van naar de groenteafdeling van de supermarkt. En ik vind er niks aan zonder dieren om me heen.
Sin embargo, ik doe hier ook leuke dingen. En ik ga weer naar school! Ik geloof dat ik toch maar snel een vervolgblogje moet schrijven over mijn tijd hier in Valencia. En over mijn plannen daarna!
Comments
Dank je voor weer een leuk stukje om te lezen. Gezellig dat jouw ouders er waren. En wat een verhaal in het studenten appartement. Hoe kwam je daar terecht? Was dat inbegrepen bij e cursus Spaans?
Over de drukte van de stad..herkenbaar..het gemis naar het buitenleven en groen en fysiek bezig zijn. Was destijds in zuiden van Spanje tijdens Semana Santa, na ongeveer 6 maanden Donkey Paradise en sowieso geen stadsmens en kon moeilijk aarden ( en slapen) in de drukte..overdag overal mensen en overload aan prikkels in vorm van beeld, geluid en geuren en dan ‘s nachts de optochten, de mensen in de straat onder mijn slaapkamer raam en inderdaad de schoonmaakploegen…ophaaldiensten en wagentjes met hoge druk spuiten….
Inderdaad ook de les geleerd..ik word gelukkig van groen.
Succes nog even met de lessen Spaans. Groetjes
Semana Santa… dat is ongeveer wel de meest heftige tijd van het jaar om in een zuidelijke Spaanse stad te zijn!
En ja, dat appartement had ik bijgeboekt bij mijn cursus Spaans. Inmiddels zijn overigens alle overlastgevers en herriemakers vertrokken en hebben 2 lieve schoonmaaksters de keuken van onder tot boven gepoetst 🙂
Weer een hoop geleerd en leuke dingen gedaan. Zoals je de stad beschrijft, zou ik ook gillend wegrennen. Al die onrust en die prikkels lijkt me niks. Goed dat je ervaart dat je je toch meer tot de rust en ruimte voelt aangetrokken. Ben weer benieuwd naar je nieuwe blog.
liefs
Rita
Gave reis maak je zo wel fysiek als spiritueel. Ik kijk uit naar je volgende avonturen.