No puede ser
Hoe vind ik het hier nou eigenlijk? Ik woon nu tweeënhalve maand in een geel huis halverwege een berg. Van Amsterdam naar het Spaanse platteland. Het begint een klein beetje te wennen. Soms. En soms ook weer helemaal niet. Dan zie ik dat uitzicht, het huis en die auto en dan denk ik: no puede ser. Dit kan gewoon niet waar zijn.
Rijk
Het zijn de kleine momenten. Gisterochtend ging het ik vuilnis wegbrengen, 100 meter de weg af. Toen ik terugliep keek ik naar mijn huis, afgetekend tegen bergtoppen van bijna 2500 meter hoog. Madre mía, ik woon hier. Dat huis, dat land, dat is dus van mij. Niet van de bank, maar van mij.
Ik heb me nog nooit zo rijk gevoeld.
En die groene, zestien jaar oude auto bij het hek? Ook van mij. La Rana, heet ie. De kikker. Het klinkt gek, maar ik vind het mijn meest wonderlijke bezit. En de Spaanse nummerplaat die erop zit, daar kan ik ook nog steeds met verwondering naar kijken.
Driehoog
Tot de zomer van vorig jaar woonde ik op zeeniveau. Als ik naar de Albert Heijn in de Watergraafsmeer fietste, zakte ik eronder.
Bijna 24 jaar in Amsterdamse kamers en appartementen. Tweehoog, eenhoog, achthoog (Casa 400), driehoog, met balkon, zonder balkon, boven een winkel, douche in de keuken, één douche op veertien bewoners, in een van de drukste en vieste straten van Amsterdam, in de Czaar Peterbuurt, chique Oud Zuid, bij het Mercatorplein, om de hoek van het Waterlooplein en de laatste acht jaar in de Indische Buurt.
De boodschappen gingen in een mandje voorop.
En ik had een fiets. Een stevige transportfiets met dikke banden zonder versnellingen. Als ik boodschappen deed, dan gingen die in een winkelmandje voorop. Ik reed heel Amsterdam door op die fiets, me ergerend aan toeristen en andere onoplettenden.
Altijd haast.
En door nachtelijk Amsterdam, met net iets teveel goed bier achter de kiezen. Twintig minuten trappen en ik was thuis. Zachtjes over de galerij om de buren niet wakker te maken. Hebben ze alweer die vuilniszakken op de stoep gezet.
Halve hectare bos
En nu rij ik in mijn groene kikkerauto over een slingerende bergweg naar een geel huis op 311 meter hoogte in het groene noorden van Spanje. Ik doe geen boodschappen meer op de fiets uit mijn werk, maar rij in 25 minuten naar de Mercadona, waar ik meteen alles voor de hele week haal. Ik heb geen balkon meer, maar 1,7 hectare land. Inclusief een halve hectare bos.
Een bos. Madre mía.
Asturiaanse klei
Soms kan ik het nog steeds niet geloven. Als ik wakker word begin ik met een halve minuut raamstaren. Nog steeds. De wolken die elke ochtend op een andere manier gedrapeerd zijn over het dal. Mijn slaapkamer heeft het mooiste uitzicht van Europa.
En daarna ga ik op mijn gemakje ontbijten. Geen gehaast om op tijd op kantoor te zijn. Rondje nieuws en social media, laptop op schoot, poezen op mijn borst. Als er nog geen plan was, dan bedenk ik wat ik die dag ga doen.
Mijn slaapkamer heeft het mooiste uitzicht van Europa.
Ik werk ‘s ochtends vaak eerst een of twee uurtjes buiten. Spitten in de Asturiaanse klei. En dan kijk ik op, zie de vallei beneden liggen, een roofvogel hangt in de lucht. En dan kan ik het nog steeds niet geloven.
Zaterdagavond
Is het dan alleen maar geweldig hier? Nee, natuurlijk niet. Ook in het paradijs is weleens wat. Ik mis mijn fiets. En ik mis zelfs de NS. Ik ben qua autorijden van nooit naar altijd gegaan. Alles moet hier met de auto.
Afgelopen zaterdag ging ik op kraamvisite bij een vriend wiens koe ongepland een kalfje had gekregen. Vijf kwartier rijden. En omdat ik er toch was, hebben we een prachtige wandeling gemaakt door de bergen achter zijn huis.
Verrek, vroeger reed ik op dit tijdstip naar het café.
Toen ik om kwart over acht ‘s avonds bij hem wegreed, dacht ik: shit, nu moet ik door het donker naar huis. En daarna: verrek, het is zaterdagavond. Op een tijdstip dat ik vroeger op de fiets naar het café reed, rij ik nu nuchter naar huis.
Na een kraambezoek bij een koe.
Sociaal leven
Dat is misschien wel wat ik het meeste mis. Gewoon op het fiets naar het café, even bijkletsen met een vriend of vriendin en dan weer in mijn eentje op de fiets naar huis.
Mijn veranda is mijn nieuwe stamcafé.
Als ik nu de deur uit ga, dan blijf ik nuchter. Nou ja, soms één biertje met de rem erop. Mijn veranda is mijn nieuwe stamcafé. En degene met wie ik daar een glaasje drink, die blijft slapen. Of die houdt het dus bij één biertje. Daarna moeten de honden nog uitgelaten of de ezels gevoerd. En het is nog best een eind rijden.
Voor een sociaal leven moet er altijd minstens één iemand in de auto stappen. Of erger, in een vliegtuig. Dit had ik me natuurlijk van tevoren al gerealiseerd, maar het is wel iets waar ik aan moet wennen.
Eindeloos
Het is nergens perfect. Over het algemeen voel ik me alleen maar ontzettend rijk. De eindeloze mogelijkheden die ik hier heb. Het duizelt soms nog een beetje. Allerlei plannen en ideeën schieten door mijn hoofd. Van een sauna bouwen tot hop telen tot een retraiteplek voor uitgebluste kantoormensen uit Nederland.
Voorlopig eerst maar eens de basis op orde brengen. Zoals een houtvoorraad aanleggen voor de winter en de moestuin voorbereiden op de lente.
Een paradijselijke baai middenin de natuur.
Maar morgen naar het strand. Nog een keertje zwemmen in zee. Het is hier nu stralend zonnig en warm nazomerweer, maar de herfst kan elk moment losbarsten. Met kikker rij ik morgen naar een paradijselijke baai middenin de natuur.
Madre mía, wat een leven.
Comments
Dat je je (drukke) sociale leven en de stad mist kan ik me goed voorstellen, maar man man wat een prachtplek moet het zijn waar je nu zit. Zo is het leven toch bedoeld zoals je het nu leeft? Heerlijk lijkt mij. Mocht je ooit een keer een camperplaats hebben en wij een camper, dan heb je best kan dat ik eens kom kijken. Maar ja, hoeveel toekomst muziek zit daar wel niet in… Ooit!!
Wees welkom! Misschien komt die Camp FIRE er nog weleens…
Ik heb een tijdje halverwege een berg gewoond in Thüringen. En inderdaad, ik miste het om even ergens met de fiets naartoe te gaan.
Volgens mij is dit wel een hoofdstuk voor je boek. Weer zo fijn geschreven.
Nou, als je het zo brengt ben ik totaal niet jaloers! 😉
Volgens mij zit je wel aardig op je plek, lekker genieten!
Klinkt fantastisch, en ik kan altijd een klein beetje meegenieten als je erover schrijft.
Een mooie eerlijke verhaal over de voordelen en de nadelen van je keuze.
En het is een grote omschakeling, van de drukke stad naar de rustige platenland.
Ik hou van stadsleven, lopen naar de supermarkt, naar het terrasje, de bioscoop, het liefs door de mooie oude straten met de historische gevels, bv Valencia.
En die vond je te druk, toch? 🙂
Haha, ik heb wel even moet aarden in Valencia ja. Daarna vond ik het wel een fijne stad.
Je bent wel van het ene naar het andere uiterste gegaan. Je nieuwe sitiuatie kllinkt mij als muziek in de oren. Geniet aan het strand.
Mooi geschreven hoe jij in twee werelden staat. Bewondering voor de stap die jij hebt genomen !
Dankjewel! En leuk, een nieuwe blogger aan het firmament 😉
Volgens mij heb ik met mijn vorige opmerking onder je vorige blog voor enige inspiratie gezorgd. Boodschappen doen met de fiets. Iets in de trant van een ‘ja’ of anders ‘een klein beetje’ zou al goed doen-:). Nog ietsje verder daarover: op internet vind je al veel informatie over fietsen in de bergen met een e-bike. Aan de andere kant dat van die medeweggebruikers in kikkers die met hoge snelheden dicht langs je scheuren valt niet makkelijk op te lossen. Je denkt als je de Nederlandse situatie gewend bent dat het alleszins meevalt. Maar dat is niet zo. Een tijd terug fietste ik bijvoorbeeld nog door voormalig Oost-Duitsland. Nauwelijks fietspaden (en fietsers) en bestuurders in van die kunststof kikkers die rakelings langs je rijden. Huiveringwekkend en beangstigend. Misschien is het nu al wat beter, ik ben er al een tijdje niet mee geweest. Lees maar eens wat over die e-bikes. Maar ja, die zijn niet heel goedkoop dan dan weer wel, jammergenoeg. Veel succes nog.
Ik heb die tip inderdaad al eens eerder gekregen. Je hebt inmiddels ook elektrische mountainbikes, begrijp ik. Maar die wegen hier zijn echt onprettig voor fietsers. Doordat ze zo bochtig zijn, zie je fietsers vaak pas op het laatste moment. Het is mijn lot van hier wonen: het is autorijden en prachtige bergwandelingen maken. Daarom is mijn fiets ook in Nederland achtergebleven. Over een paar weken rij ik er weer een paar dagen op rond 🙂