Nummer 3 en nummer 20
Een verslag van dag 3, 4 en 5 op mijn landgoed. Gezinsuitbreiding, een spontane housewarming party, een avontuur in de jungle en een onmogelijk adres.
Nummer 3
Je bent een kattenvrouwtje of niet. De eigenaren van moederpoes wilden eigenlijk nog wel een kitten kwijt. En ik ben dan zo’n tut die het lullig vindt als die ergens alleen terecht komt, zonder broertjes of zusjes om mee te spelen. Dus daar was César. Hij is een maatje groter dan zijn zusjes, dus ik ga er vanuit dat hij echt een hij is.
César verstopte zich de eerste dag onder een stoel en Isa en Manu konden op een flinke grom- en blaaspartij rekenen. Maar inmiddels zitten Manu en hij al gewoon achter elkaars staart aan. Isa trekt meer haar eigen plan. Ze gedoogt César. Schildpad.
Moestuintje
Zelf groente verbouwen is altijd onderdeel geweest van mijn droom. Voor een fatsoenlijke aanpak zou ik dit najaar de moestuin moeten bemesten en prepareren voor de komende lente. Maar ja, alvast een beetje fröbelen is wel zo leuk. Ik kreeg van Heike en Michi plantjes kado. Tomaten, bloemkool, snijbiet en rode kool.
De eerste ochtend in mijn eigen tuin.
Heike begon meteen te spitten in het grasveld dat uiteindelijk mijn op permacultuur geïnspireerde moestuin moet worden.
De eigenaren van de moeder van Isa, Manu en César gaven me een aantal kruidenplanten. Maandagochtend vond ik eindelijk tijd om ze te planten. Na het ontbijt pakte ik de kruiwagen, een schop en een hark en ging aan de slag. De eerste ochtend in mijn eigen tuin. Feestje.
Housewarming
Op zondagochtend bracht ik Michi en Heike naar het busstation in Arriondas. Ze gingen op weg naar hun volgende logeerpartijtje.
Weer terug had ik precies drie uur voor mezelf. Er was een spontane housewarming ontstaan. De avond daarvoor had Andrés (beter bekend als Asturiaanse bouwvriend) om 23.00 uur geappt dat hij langs zou komen om mijn huis te bekijken en mee te denken over alle plannen die ik had. Hij nam zijn huisgenote en zijn twee honden mee.
O ja, dat is waar ook. Ik had gezegd dat ze gezellig langs moesten komen.
Zondagochtend kreeg ik een appje van Marleen van het Ezelparadijs. O ja, dat is waar ook, ik had dinsdag tegen haar gezegd dat ze zondag maar gezellig langs moest komen met een paar vrijwilligers. En dat deed ze.
En zo zaten we hier met zijn achten de hele middag aan de lunch, het bier en de wijn. Hele relaxte gasten. Namen hun eigen bestek en borden mee (ik heb hier drie borden en drie lepels). En brood, fruit, olijven, boekweitpannenkoeken en chips. Combineerde prima met de curry die ik snel in elkaar had geflanst.
Junglewalk in mijn achtertuin
Aan het eind van de middag ging de hele Ezelparadijs-bubs weer naar huis om de ezels te voeren. Maar Andrés niet. Die wilde weleens wat van de omgeving zien. Hij vroeg of huisgenote en ik zin hadden in een ommetje.
Huisgenote (die hem al langer kent dan vandaag) haakte snel af. Ze zei dat ze rustig op mijn terras ging afwachten tot Andrés uitgeavonturierd was. En dus gingen Andrés, de honden en ik verder op expeditie.
Al snel was er geen pad meer.
Het begon met een pad omhoog. Al snel was er geen pad meer. Tenminste, dat vond ik. Andrés begon met een stok de varens weg te hakken en ik ging achter hem aan.
Op een gegeven moment was er echt geen pad meer (dat vond Andrés ook). ‘Er ligt hier hoger vast een pad.’ Hij begon tegen een steile aarden helling op te klimmen, begroeid met struiken en bomen. Ik volgde. Op handen en voeten. We vonden iets van een pad. Even was het best leuk. Maar al snel eindigde dit pad ook weer in het niks.
We ploegden verder door manshoog prikkend struikgewas.
Nou ja, zo dus. Ik vertrouw volledig op het oriëntatievermogen van Andrés. Hij gaat graag en veel de bergen in. En ik had het moeten weten: als je met Andrés wandelt, volg je nooit een gezellig gemarkeerd bospaadje.
We ploegden verder door bos, varens en manshoog prikkend struikgewas. We klommen over omgevallen bomen heen, stapten over stroompjes (heerlijk helder drinkwater!) en uiteindelijk moesten we weer ergens omlaag.
Dat is het gedeelte dat ik altijd het meest vrees.
Dat is het gedeelte dat ik altijd het meest vrees. Over een pad omlaag is één, maar gewoon maar ergens de berghelling af? Het werd een tocht over boomstronken en een hoop geploeg door dicht struikgewas. Gelukkig bleef Andrés gewoon doorkletsen, zodat ik alleen maar op zijn stem af hoefde te gaan. Als hij meer dan drie meter vóór me liep, zag ik hem niet meer.
Ik dacht aan mijn terras. En bier in de koelkast.
Zoals altijd kwam het weer goed. Uiteindelijk kwamen we op een pad vlakbij mijn huis terecht. Terwijl we weer gewoon naast elkaar wandelden en ik de spieren in mijn benen een klein beetje kon laten ontspannen, mompelde Andrés: ‘Hmm, wel een beetje saai dit.’
Alleen
Die avond was ik eindelijk alleen met mijn uitzicht. Ik was gevloerd. Hoe gezellig ik het allemaal ook had gevonden, de introvert in mij snakte naar een dag alleen. En die kreeg ik maandag. En misschien daarna nog wel een paar dagen. Niemand die het weet.
Inschrijven
Maandag begon ik aan mijn steeds langer wordende to do lijst. Ergens bovenaan stond: inschrijven bij de gemeente Cangas de Onís. En weer trapte ik erin. Even inschrijven duurde twee uur.
Ik kwam bij het loket aan. Het wat zenuwachtige meisje dat mij hielp vroeg om een bewijs dat ik echt woonde waar ik woonde. Ik pakte mijn telefoon en begon de koopakte van mijn huis in mijn mailbox te zoeken. ‘Het moet geprint zijn’ zei het meisje. Natuurlijk. ‘Waar kan ik printen?’ vroeg ik. ‘In de copyshop, maar die is dicht op maandag. U kunt beter op dinsdag terugkomen.’
Ik kon met niet voorstellen dat je daar kon printen.
Ja doei. Zo komt er nooit iets af. Ik liep een krantenkiosk binnen en vroeg waar ik kon printen. De meneer achter de toonbank stuurde me verder naar een winkel die La Barata heette. Dat bleek een winkel waar ze Asturiaanse streekproducten verkochten. Ik kon me niet voorstellen dat je daar kon printen. En dat kon ook niet. Maar de mevrouw achter de toonbank wist een andere winkel. En inderdaad, daar kon het.
‘Zonder adres kan ik je niet inschrijven.’
Met de printjes toog ik triomfantelijk weer naar het gemeentehuis. Na 25 minuten wachten was ik aan de beurt. Het meisje bladerde zenuwachtig door de koopakte heen. ‘Ik zie geen adres. Zonder adres kan ik je niet inschrijven.’ Ik legde uit dat er wel een adres was, maar dat het nogal een raar adres is. Zoiets als ‘voorbij het roze huis’. Ze keek me glazig aan.
Het meisje keek hulpeloos naar een derde collega.
Een collega kwam haar helpen. ‘Weet je de namen van de vorige bewoners?’ vroeg hij. ‘Die zijn overleden’ zei ik, ‘maar ik heb hier het adres dat ik van de makelaar heb gekregen.’ Het meisje begon wat te typen op haar computer en keek hulpeloos naar een derde collega. Die kwam er nu ook bij.
Er volgde een discussie. Uiteindelijk zei het meisje: ‘U moet een huisnummer hebben, anders kan ik u niet inschrijven.’ Mijn adres begon met San Martín de Grazanes S/N. Sin número. ‘Ik heb geen huisnummer,’ zei ik, ‘maar de postbode weet dat het Casa de la Campa heet.’
Het meisje zuchtte en boog zich weer over haar beeldscherm. Haar collega’s zwermden om haar heen. Ze typte het een en ander en uiteindelijk kwam er een vel uit de printer. ‘Hier is uw inschrijvingsbewijs. Het is huisnummer 20 geworden.’ ‘Maar hoe weet de postbode nou waar nummer 20 is?’ vroeg ik.
Ze keek me glazig aan.
Comments
‘Maar hoe weet de postbode nou waar nummer 20 is?’ Je weet die gekke Spanjaarden heel goed op hun eigen manier terug te pakken:-)
Ik ben nu dus de enige in het dorp met een huisnummer hè? En weet je wat, dan beginnen we bij 20. Beats me.
Zooo leuk om jou te volgen! Ik kijk echt uit naar je berichten! ?
Ik vind je superstoer,
En lees jouw levenswandelingen graag……
Toch jammer dat je niet zelf een nummer mocht opnoemen. Wat zou je gezegd hebben als dat wel kon?
Ik denk dat ik dan nummer 627 of zo wel grappig had gevonden. En dan aan de Avenida San Martín de Grazanes 🙂
Super leuk om te lezen! Nummer 20 brengt vast geluk 🙂
Ik zat weer met een grote glimlach jouw verhaal te lezen..wat een avonturen maak je mee in Espana.
Genieten!
Ik geniet met veel plezier mee uit 2e hand! Al ben ik blij dat ik over de bureacratie alleen hoef te lezen, en t niet zelf hoef mee te maken ;-). En ik hoop absoluut komende lente bij je langs te komen en een handje te helpen met wat dan ook!
Gezellig!