Raad van Toezicht
Gisteravond ontving ik mijn Raad van Toezicht voor de tweede keer. En net als de eerste keer heb ik dat geweten. Het is alsof ze al jaren bij elkaar over de vloer komen, zo goed spant dit driekoppige gezelschap samen. Alsof ze elkaar vooraf hebben gebeld, handenwrijvend: ‘We gaan haar weer even flink het vuur aan de schenen leggen!’
Mijn Raad van Toezicht heeft zichzelf aangesteld. Hij bestaat uit mijn coach en twee goede vrienden uit verschillende vriendenkringen. Ik had vlak na mijn sabbatical met hen alle drie een lang gesprek over mijn plannen. Ze zeiden in die gesprekken alle drie hele waardevolle dingen. Dat bracht mij op het idee om ze eenmalig bijeen te brengen voor een ‘Vliegende Startsessie’. Het was half oktober, ik was ruim een maand terug in Nederland. Het werd een ‘Terug naar Af-sessie’.
Ik had allemaal flappen voorbereid, maar al na een kwartier vroeg de eerste: ‘Wat wil je nou eigenlijk echt?’
Ik zuchtte een beetje vermoeid. ‘Wonen op het platteland van Spanje en leven van bierbrouwen, ik dacht dat jullie dat nu wel wisten.’
‘Ja maar,’ begon een van de twee anderen, ‘wat wil je écht? Hoe ziet het er daar uit? Wie zijn daar nog meer? Werk je alleen of samen? Hoe ziet je dag eruit?’
Van die flappen kwam niets meer terecht. Nummer drie stond op, hing een lege flap op en begon te schrijven. Ik kreeg een spervuur aan vragen op me af. ‘Zo,’ zeiden ze tevreden aan het eind van de avond, ‘ga nu eerst je droom maar eens op papier zetten.’ Ze bombardeerden zichzelf nog even tot mijn Raad van Toezicht, besloten dat ze twee maanden later terug zouden komen en lieten mij verbouwereerd achter.
Sessie 2
Ik keek uit naar hun terugkomst. Het opschrijven van mijn droom had me flink geholpen. Ik was ondertussen ook aan het werk gegaan. Sommige dingen gingen best aardig, maar de vaart zat er nog niet echt in. Ik was wel tot de conclusie gekomen dat het oorspronkelijke vijfjarenplan ingekort moest worden tot twee, hooguit drie jaar. Ik wist nu eigenlijk al niet zo goed meer wat ik al die tijd nog in Nederland moest doen, behalve geld sparen.
Nou, zij wisten dat wel.
Nummer 1: ‘Leuk hoor dat sparen, maar je moet nu ook gaan zorgen voor extra inkomsten. Zet je huis op Airbnb, ga brouwen voor geld, begin dat tekstbureau morgen alvast.’
Ik had net betoogd waarom het volgens mij handiger was om dat tekstbureau pas in april 2017 te starten.
Nummer 2: ‘Als je hier niet gaat ondernemen, ga je het daar ook niet doen.’
Nummer 3: ‘Heb je eigenlijk wel de karaktertrekken van een ondernemer? Zie je het jezelf wel doen?’
Ze raakten op dreef. Ik kon brouwworkshops gaan organiseren voor vrijgezellenfeesten, een 200-literbrouwerijtje opzetten en die vervolgens verhuren aan andere hobbybrouwers, bier op bestelling gaan brouwen voor voetbalkantines en bruiloften. En na twee jaar verkocht ik de boel met winst en dan had ik mijn startkapitaal voor mijn brouwerij in Spanje. Simple comme bonjour. Ik moest komend jaar tenminste twee bedrijven opzetten, liever drie. Dat kon makkelijk naast een baan van 36 uur.
Ik sputterde dat het een aard had. Het leek me opeens heerlijk om lid te zijn van een Raad van Toezicht. Fijn plannen voor andere mensen verzinnen.
Ze legden de vinger op de zere plek. Als ik hier niet ga ondernemen, ga ik het daar ook niet doen. Het is een mentaliteit die ik nu al moet ontwikkelen. Ik kan nu nog leren en vallen, met het veilige vangnet van een vaste baan. Dus ja, ik heb een voornemen voor 2016. In 2016 word ik ondernemer. Ik moet nu alleen nog kiezen waarmee ik mijn eerste geld ga verdienen. Ik heb nog twaalf dagen voordat het 1 januari is. Wordt vervolgd.
Mijn Raad van Toezicht? Twee keer, spot on. Love them.