¿Qué?
Facebook herinnerde me aan een negen jaar oude foto. Hij is genomen in een bar in Malasaña, een populaire wijk in Madrid. Op de foto sta ik met mijn medestudenten en huisgenoten van toen.
Toen ik die foto zag, besefte ik hoe lang ik al Spaans aan het leren was. Je zou verwachten dat ik er inmiddels vloeiend in ben geworden…
Taalles in Spanje
Ik heb het best vaak gedaan: voor een weekje naar Spanje vliegen om ‘s ochtends taallessen te nemen en ‘s middags en ‘s avonds gewoon vakantie te vieren. De Madridweek van negen jaar geleden was misschien wel de leukste. Er ontstond vrijwel meteen een vriendenclubje met mensen uit Frankrijk, de VS, Italië, Finland, Engeland en Nederland. En wij spraken dus Spaans onderling. Dat was bijzonder, want meestal is de voertaal onder studenten van dit soort taalscholen gewoon Engels. Wij waren Gevorderden. Het ging gepaard met drank en sigaretten, maar als ik het me goed herinner was de voertaal echt grotendeels Spaans.
Weg bravoure
Zie mij nu, negen jaar later. Met heel wat minder bravoure. Spaans bleek toch niet zo simpel toen de imperfecto de subjuntivo en de estilo indirecto eraan te pas kwamen. Ronduit geschrokken was ik de laatste keer dat ik in Spanje was, het ezelparadijs in mei. Er kwam geen normale volzin meer uit. Ik hakkelde wat en zocht vervolgens beschaamd de Engelssprekende vrijwilligers maar op. Geen idee wat er in die weken aan de hand was, maar met dit taalniveau kon ik zo meedoen aan Ik Vertrek.
Wat? (¿Qué?)
Het leidde er van de weeromstuit toe dat ik me na thuiskomst op andere voorbereidingen ging concentreren. Ik kon beter mijn energie steken in Lonica Tekst, die taal kwam vanzelf wel als ik eenmaal daar was. Wat? Dat klinkt opnieuw als Ik Vertrek! Ik wil daar een Huis (casa) gaan kopen, op een stukje Land (parcela). Daar moet ik over Onderhandelen (negociar) met inhalige Huiseigenaren (propietarios). Die geen woord Engels (¿qué?) spreken. En dan komt de Aannemer (contratista de obras), die dan de Badkamer (el baño) plaatst op de plek waar de Keuken (la cocina) had gemoeten. Ik moet er niet aan denken! (¡Qué horror!)
Grammaticaregels
Ik heb inmiddels twee dingen geleerd: een taal leren gaat niet ‘vanzelf’ en als je de 40 bent gepasseerd moet je nog beter je best doen. Een nieuwe taalcursus laat ik even gaan. Ik heb er begin dit jaar nog eentje gedaan en dat komt hierop neer: ik doe een week niks en dan zit ik een maandagavond drie uur lang met grammaticaregels te oefenen. Hoewel de imperfecto de subjuntivo er echt nog niet vloeiend uit komt, moet ik eerst eens soepel worden met lezen, praten en luisteren. Ik voel me nu iemand die Nederlands spreekt als een kleuter, maar wel weet dat ‘jij wordt’ met dt is en ‘word jij’ niet.
Aan de bak
De bravoure* moet eerst maar eens terug. Ik heb een tijdje regelmatig naar de Spaanse radio geluisterd. Gewoon, als ik stond te koken of met mijn dopjes in als ik op de fiets zat. Ik verstond de helft niet, maar dat moet uiteindelijk vanzelf beter worden. Dat moet ik dus maar weer gaan doen (adiós Spotify). En ik was een interessant boek aan het lezen, over de laatste dagen van het Franco regime. Dat ging moeizaam, met het woordenboek op schoot, maar dat moet ik dus maar weer gaan doen. En een intercambio wellicht? Een afspraak met een Spanjaard (of Spanjaardin) die Nederlands wil leren en dan half-half? Ai, ik heb een hekel aan terugkerende, wekelijkse afspraken, maar misschien moet dat dan toch maar. Jullie nog tips?
* La fanfarronada – het gebluf, de grootspraak, de bravoure (ah, ik hou van die taal…)
Comments
Ja, zonder taal geen leven. Je moet het echt een beetje kennen. Ik heb begrepen dat Spanjaarden geen engels leren omdat Spaans de 2e wereldtaal is. En zeker om een huis te kunnen kopen en evt, te laten opknappen moet je er wel wat van weten. Misschien is een Nederlandse makelaar in Spanje wel een goede optie. Die weet ook waar je op moet letten. Bestemmingsplannen, registers, kadaster etc zodat je niet voor onverwachte nare verrassingen komt te staan. Al met al een avontuur waar je heel hard voor moet werken. Succes en liefs,
Rita
Spaanse televisie! Gewoon je storten op zo’n soap.
Mijn ervaring met Frans en Duits is, dat het terugkomt, wanneer ik het meer hoor. De woorden komen dan weer meer vanzelf.
Succes 🙂
Misschien kan je een taalbuddy zoeken op Italki? Je kunt daar voor geld lessen kopen, maar je kan ook vrienschap sluiten met mensen. Ik heb het gebruikt om mij voor te bereiden op mijn C1 Duits mondeling. Ik praatte dan een half uurtje Duits met een Duitser (van wie ik feedback kreeg) en daarna draaiden we om en was Nederlands een half uur de voertaal. Ik vond het echt heel nuttig, ik kon zo veel oefenen in mijn taal. En ik vond het ook heel leerzaam om andere mensen te helpen Nederlands te leren.
Misschien vind jij een spaanstalige, die Nederlands wil leren en kunnen jullie zo uitwisselen. Ik heb zelf gemerkt dat door ‘gewoon’ zoveel mogelijk te spreken, het echt al heel veel makkelijker wordt om een andere taal te leren.
Ook leuk om te doen: op de fiets/trein/auto/onderweg alles wat je ziet in het Spaans beschrijven. Zodra je woorden tegenkomt die je niet weet: onthouden en thuis opzoeken. Hele leuke woordenschat oefening, je merkt meteen waar je tegenaan loopt.
Hopelijk heb je iets aan deze tips 🙂 Veel plezier met het opvijzelen van je Spaans in ieder geval 😉
Ohja, en dat ‘buddysysteem’ van Italki is dan dus gratis 🙂 Ik heb nog geen cent betaald aan dat programma. Alleen lessen van ‘professionals’ kosten geld.
Wat een leuk systeem zeg! Deze website kende ik nog niet. Dankjewel voor de tip, ik ga daar vanavond meteen even rondsnuffelen!