Stadsmens werkt op het land
Het is alsof ik een leerwerkplek heb in mijn eigen tuin. Het is één grote ontdekkingstocht. Heerlijk. Ik mag allemaal dingen die ik op kantoor niet mocht. Zoals mijn eigen fouten maken.
Maar een ongeschreven blad is ook ingewikkeld. Wanneer luister je naar de wijze raad van anderen en wanneer eis je het recht op om fouten te maken? Over traditie en permacultuur.
Grapje
Een ding vooraf, naar aanleiding van een aantal reacties op mijn vorige blog: neem mij niet te serieus. Dat doe ik zelf namelijk ook niet. Als ik schrijf dat ik maar beter geen mensen meer te eten kan uitnodigen omdat ik anders over mijn boodschappenbudget heen ga, dan is dat een grapje.
En ik vind dus ook niet dat het de eerste maand mislukt is omdat ik niet volledig binnen mijn budget ben gebleven. Ik vind eigenlijk dat ik het best keurig heb gedaan. Maar ja, daar krijg je een nogal saaie blog van.
Viooltjes
Ik kom dus uit de grote stad. En ik groeide op in een Vinexwijk. Nul plattelandservaring. Qua plantkunde heb ik ook de boot gemist. Ondanks dat mijn opa bloemist was en mijn moeder er ook best aardig in thuis is.
Een tijdje terug in het Ezelparadijs.
Ik: ‘Wat leuk zeg, al die viooltjes op de trap.’
Marleen: ‘Jij moet nog veel leren hè?’
Het waren Vlijtige Liesjes.
AH moestuintjes
Qua tuinieren ben ik de laatste 30 jaar nooit verder gekomen dan de AH moestuintjes in de vensterbank. En die gingen meestal dood. In mijn zwerfjaar heb ik veel bijgeleerd, maar het moest dan ook van ver komen. En het punt is dat iedereen je wat anders vertelt.
Familie Rups
Ik heb begin dit jaar overwogen om nog een tijdje door te gaan met vrijwilligerswerk op het platteland, omdat ik nog zoveel te leren had. Maar toen bedacht ik: je kunt ook dingen leren op je eigen land. Gewoon door proberen, vallen en opstaan. Lekker je eigen fouten maken.
Dat is gelukt. Zie hier het verloop van de eerste plantjes in mijn tuin.
Wat ik nu dus heb geleerd: rupsen zijn dól op koolbladeren en ze eten als bootwerkers. Ik heb al een waaier aan oplossingen gehoord. Een kleine greep: zorg voor egels, span een fijnmazig net, pluk elke dag rupsen en plant geen kool. Ik weet nog niet welke het wordt, maar er komt geen kool meer in de moestuin zonder beleid.
Dat ik komende lente maar veel vlinders in mijn tuin mag hebben.
Hout
Maar ik vind het dus heerlijk, dat geklooi met mijn handen. Een tijdje terug ruimde ik de houtvoorraad op. En nam en passant nog even alle bramenstruiken mee, die rondom de houtopslag welig tierden.
Ik heb eerst alle poten onder een stoel weggezaagd.
Een hoop hout moet nog in stukken worden gezaagd voordat het in de kachel past. Ik vond tussen de bramenstruiken zo’n stellage waarop je hout kunt zagen. En in de schuur lag een zo goed als nieuwe zaag.
Ik heb eerst alle poten onder een stoel weggezaagd. Gewoon omdat ik daar op kantoor te keurig voor was.
Permacultuur
Ik probeer elke avond voor het slapen gaan een stukje te lezen in mijn boek over permacultuur. Het klinkt allemaal heel plausibel. Eigenlijk snap je niet dat er nog zoveel mensen op de traditionele manier moestuinieren.
Hun tuin is een overwoekerde jungle.
En daar was Andrés.
‘Weet je wie er aan permacultuur doen? Los hippies. En weet je waar ze hun wijsheid vandaan hebben? Uit een boek.’ Hij begon door de foto’s op zijn telefoon te bladeren. ‘Kijk, dít haal ik uit mijn tuin.’ Ik zag Andrés achter een kruiwagen staan, volgeladen met uien van een enorm formaat. ‘Zonder kunstmest, zonder bestrijdingsmiddelen. En dit heb ik dus nog nooit van die hippies gezien. Ze kunnen het niet. Hun tuin is een overwoekerde jungle. Zonder opbrengst, maar wel met een boeddhabeeld en een mozaïekwerkje erin.’
Ik wil dus iets met mozaïek.
Tips van Andrés
De laatste dagen werken Andrés en ik hier veelal met zijn tweeën (hij is gelukkig weer terug). Hij doet het serieuze kluswerk en ik fröbel. Ik hang fotolijstjes op in de logeerkamer (boor, plug, schroef, helemaal zelf en bijna recht), ik spit in de tuin en ik schilder een muurtje in de keuken zwart met schoolbordverf.
Na een uurtje komt hij kijken.
Het gaat meestal zo. Ik begin ergens mee te prutsen en Andrés laat me mijn gang gaan. Na een uurtje komt hij kijken en zegt iets opbeurends als ‘goed bezig’ of zo. En vervolgens begint hij me dan heel voorzichtig tips te geven. Tips die mij op subtiele wijze doen beseffen dat het op zijn best veel handiger kan en op zijn slechtst nergens op slaat wat ik aan het doen ben.
Hij heeft me al bergen werk bespaard. En ik kom echt nog wel aan mijn eigen fouten toe. Als Andrés niet kijkt.
Ingewikkeld
Ik snap het probleem met permacultuur. Het is een ingewikkeld samenspel tussen planten, dieren, mens en omgeving. Een proces van lange adem, met veel experimenteren, vallen en opstaan. Als een schakel in de keten niet werkt, dan stort het bouwwerk in elkaar. De voorbeelden die Andrés kent, zijn waarschijnlijk van mensen die halfslachtig te werk zijn gegaan. Of die nog volledig in de experimenteerfase zitten.
Asturiaanse traditie
Ik heb besloten om de traditionele Asturiaanse manier van groente verbouwen ook uit te proberen. Van de ene kant omdat het wel heel eigenwijs voelt om als stadsmens met een boekenwijsheid aan te komen zetten die volledig indruist tegen de traditie. Honderden jaren ervaring van mensen die echt (en dus niet op kantoor, waar deze uitdrukking gebezigd wordt) met hun poten in de klei hebben gestaan.
Recht-toe-recht-aan
Van de andere kant is het gemakzucht. Ik was begonnen aan tekeningen van een permacultuurontwerp voor mijn moestuin. Man, wat is dat allemaal een gedoe. Zeker voor iemand die als tienjarige weleens radijsjes heeft gekweekt in een achtertuin van een Vinexwijk. Traditioneel tuinieren klinkt even heel lekker recht-toe-recht-aan.
Ik breng de aarde terug naar de babytijd.
En dus ben ik nu bezig met bedden prepareren voor de lente. Ik prik een riek diep in de grond en woel de aarde om. In permacultuurtermen breng ik de aarde terug naar de babytijd. Ik voer de graspollen in een kruiwagen af naar een plek in mijn bos en loop daarna met de kruiwagen naar het weiland waar de koeien van de buurvrouw staan. Ik schep hem vol met koeienstront en stort die in een dikke laag op de omgewoelde aarde. Heerlijk. Simpele, noeste arbeid.
En in bed lees ik stiekem met een zaklamp onder de dekens mijn permacultuurboek.
Comments
Wat een herkenbaar stukje weer.
Als voormalig stadsmens heb ik sinds vorig jaar een moestuin. Enorm veel tips gekregen. De beste was van een ander voormalig stadsmens “tuinieren is niet moeilijk, een kwestie van logisch nadenken”. Dus ik koop de plantjes/zaadjes die uiteindelijk als iets lekkers op tafel moeten komen, google het een en ander en ga aan slag onder het motto “al doende leert men” en dat laatste klopt. Mijn boerenkoolplantjes leken exact op jouw uiteindelijke koolplanten, maar ik had veel mooie vlinders in de tuin ;). Hier dus geen boerenkool meer uit eigen tuin.
Mooi die omgespitte stukken grond.
O shit, en ik had me juist zo verheugd op boerenkool uit eigen tuin… Ik ben ook een groot fan van ‘al doende leert men’. En ja, ik kijk met plezier naar die maagdelijke bedjes!
Oh heerlijk! Blijf alstjeblieft stoelen zagen, daar maak je mij heel gelukkig mee! En ook met het stiekem onder je dekens lezen over permacultuur……
(misschien is het niet eens zo anders, die twee verschillende manieren? Alleen geven die hippies er dan meteen weer een hippe naam aan…. Mijn moeder – boerendochter – weet óók dat je bonen “goed zijn voor je grond” (en ik weet dan weer dat dat iets met stikstof te maken heeft). En zij weet óók dat je – wat was het ookalweer, goudsbloemen of afrikaantjes? – in je moestuin moet zetten tegen de beestjes, terwijl ik dan weet dat dat “combinatieteelt” heet en tegen ongedierte is. Misschien zelfs tegen rupsen, maar het is bij mij ook een beetje weggezakt…..
O ja, die afrikaantjes, daar was inderdaad iets mee… En klopt inderdaad, maar er zijn ook dingen volslagen contrair aan elkaar. Zoals het wel of niet omspitten van je grond en bodembedekking. Andrés vindt die mulch dus een gruwel: ‘Het trekt beestjes aan, het gaat schimmelen en onkruid wieden wordt een stuk lastiger.’ Grond rondom je planten moet volgens hem schoon en kaal zijn. En dat is dus volgens de permacultuur een gruwel. Ik ga mijn eigen weg vinden! Veel zin in 🙂
Hoi, ik lees hier al een tijdje mee. Ik heb bewondering voor je moed en ondernemingslust en ik lees nu met plezier dat je een moestuin wilt aanleggen. Ik woon gewoon in Nederland, heb een redelijke achtertuin met ook een stuk moestuin. Mijn ervaring is dat je het inderdaad maar gewoon moet proberen. De resultaten zijn erg afhankelijk van de plek waar je woont. Hier bij mij wordt de kool ook gewoon door rupsen opgegeten, maar ik heb hier vooral last van slakken! Dat heb je in een natte polder. Dat zal op zo’n berg waarschijnlijk wat minder een probleem zijn. Ondertussen weet ik zo’n beetje welke planten wel en welke planten vrijwel niet op het menu van slakken staan. Na jaren proberen dus. Mijn ervaring leert dat bietjes, snijbiet, rucola, prei, spinazie, radijs, courgette (als de plant wat groter is), diverse soorten bonen en uien vrij makkelijk zijn en weinig last hebben van beestjes. Maar dat is hier. Geen idee hoe dat bij jou is. Gewoon proberen maar en de moed niet opgeven. Succes. Ik ben benieuwd naar de resultaten.
Groet, Marjorie.
O ja, slakken… Dat is hier ook een issue helaas. Het is minstens zo nat als in Nederland en ik heb hier ook van die fijne kleigrond. Alleen is het slakkenseizoen nu blijkbaar voorbij. Vandaar dat ik ze nog bijna niet gezien heb.
Ben je toch wel lekker bezig Lonneke! Sterkte met de tuin en het leer process, kan je straks nog bijbeunen als coach 😉
Ik zou in de toekomst graag mensen begeleiden op hun weg naar een ander leven, maar qua moestuinieren zal het advies altijd zijn: gewoon zonder mij aanklooien, lekker je eigen fouten maken 😉
Ik pruts ook al jaren aan in mijn moestuin. Heel leuk en heel frustrerend. Maar al doende veel geleerd. Weer veel tomaten dit jaar, lang leve de klimaatverandering ??. En de laatste 2 jaren zijn slakken hier ook een echte plaag.
Of je doet het zoals ik: ik zet dat deel van de gewenste hoeveelheid kool wel onder een insectennet MAAR daarnaast zet ik altijd een paar koolplanten buiten het net. Ieder krijgt zo het zijne/ hare. Trouwens die kool buiten het net blijft ook het volgende jaar staan voor de bloei.
Dat is een sympathieke oplossing! Als je die compleet kaalgevreten kool laat staan, gaat hij dus niet dood?
Ai mijn vorige eactie volgens mij wegge-enterd..
Ik schreef dus over bier in schoteltjes die slakken en mischien ook wel rupsen weg zouden houden van koolplantjes. Ooit eens gelezen of gehoord.
Tip..toch weer gaan bierbrouwen, speciaal voor slakken en rupsen????
Mijn bier is veel te lekker om aan slakken te geven 😉
Maar zonder gekheid, dan verdrinken ze in dat bier toch? Ik doe het liever zo diervriendelijk mogelijk. Ik begrijp dat ze een hekel hebben aan knoflook. Ik ga daar eerst maar eens mee experimenteren.
Daar heb jij weer helemaal gelijk in:)
Ben ook zeker voorstander van zo diervriendelijk zijn.
Succes met de knoflook..hoor graag jouw bevindingen.
wat een leuk stuk 🙂
lekker aanrommelen! het klinkt daar echt als ‘the good life’. (wat – nu ik het opschrijf, opeens bedenk – een leuke serie was over mensen die van stadse mensen zelfvoorzienend willen worden….).
leuk verhaal weer.
ikzelf heb een flink terras in Madrid op zuid-oost. Jaren lang heb ik geprobeerd om bloemkool, worteltjes, radijsjes, tomaten, boontjes, etc te verbouwen. Met de hitte in Madrid en de felle zon kwam er zowat niks van terecht. Ik heb me er bij neergelegd. Het enige wat me redelijk afgaat zijn de aardbeien en frambozen omdat die in het voorjaar rijp zijn, wanneer de zon nog niet zo hoog staat.. Wat ik ervan heb geleerd? Elke streek heeft zijn autochtone gewassen die goed gedijen op de daar geldende temperaturen. Zo heb ik veel planten die de extreme hitte in de zomer en de redelijke koude in de Winter goed verdragen.
Hier is het andersom. Alles wat veel zon en warmte nodig heeft, gaat het hier niet redden. Eigenlijk kun je hier min of meer verbouwen wat je in Nederland ook kunt verbouwen.
Ergens moet het lukken, kool zonder rupsen. Anders konden die dingen niet in van die grote aantallen in de winkel liggen 😉
Lekker zelf aan blijven prutsen. Daar leert een mens (meestal) het meeste van..
Ja, met bestrijdingsmiddelen lukt het vast prima 😉