Update pleegpoes
Pleegpoes Saske kwam op 2 februari. Vervolgens leefde ik een week in quarantaine. In een soort hospitaal voor gestoorde en zieke katten en mensen. Op 9 februari hing ik bij het asiel aan de lijn. Of ik Saske morgen weer kon inleveren.
Sentimenteel wrak
Ik ben een sentimenteel wrak als het aankomt op dieren. Zeg maar wat normale vrouwen hebben met kinderen, dat heb ik met dieren. Dus toen het asiel een tijdelijk adres zocht voor een zielige poes, had ik binnen twee minuten gereageerd. Waar ik even geen rekening mee had gehouden: ik heb twee xenofoben in huis.
Psychisch uitgedaagd
Saske werd geïnstalleerd in een bench in het blauwe kamertje. Het was mijn taak om haar te verzorgen en weer wat te socialiseren. Het kwam allemaal perfect uit: de volgende dag werd ik ziek, dus ik was een week lang elke dag thuis. Ondertussen waren mijn eigen katten in alle staten. Dit was ongeveer de situatie:
- Saske, met een gebroken poot in een kooi in het blauwe kamertje.
- Mus, helemaal van de leg, want er zit een monster in een kooi in het blauwe kamertje.
- Rasa, in hongerstaking.
- Ik, griep.
Mijn twee psychisch uitgedaagde meisjes zijn ooit gevonden bij een huisontruiming, samen met negen andere katten. Totaal mensenschuw, maar soortgenoten zijn ze dus wel gewend. Dacht ik. Ze reageerden alsof ik een van de jaguars uit Artis mee naar huis had genomen.
Hongerstaking
Saske zat nietsvermoedend lief en gezellig te wezen achter een gesloten deur in haar kooi, maar in de rest van het huis was het einde van de wereld nabij. Mus zat op haar hoede op de uitkijk, loerend over de rand van de mand bovenin de krabpaal. Rasa liep urenlang onrustig door de woonkamer en als ze even ging zitten, deed ze dat op de raarste plekken. Maar het ergste was: ze stopte bijna volledig met eten. Als ik vlees neerzette, gaf ze het een paar likken en sloop vervolgens op lage poten weg, de blik strak gericht op de deur waarachter Het Monster zat.
Hoestende verpleegster
En ik liep als een hoestende verpleegster met een koortshoofd van de ene naar de andere patiënt. Zeeg neer bij de kooi van Saske, die snel ontdooide maar best nog wat vertrouwen in de mensheid moest krijgen. Ik fietste met mijn zieke lijf naar de dierenarts voor krachtvoer ‘dat bijna geen enkele kat kon weerstaan’ (Rasa wel). Ik voerde Rasa radeloos alles wat ik maar kon bedenken. Ze likte wat kokosvet van mijn vinger en ik dacht: dat zijn toch weer negen calorieën. Zo modderde ik dagenlang met de meisjes aan. En voelde me een ongelooflijke kattenmuts.
Rust, at last…
Na een week belde ik het asiel. Ik had Rasa nog steeds niet fatsoenlijk aan het eten en het werd nu echt zorgelijk. De volgende dag kon ik Saske terugbrengen. Een paar uur voordat het zo ver was begon Rasa te eten. Natuurlijk. Ik belde het asiel om te zeggen dat Saske nog wel even mocht blijven en zakte die avond door in de kroeg. De rust keerde terug en mijn katten deden weer hun normale dingen. Zoals de hele rol wc-papier van de houder trekken, de slaapkamerdeur open springen, mijn kleren uit de kast gooien, gewoon.
Saske mag revalideren
Na vier weken in haar kooi in het blauwe kamertje mocht Saske naar de orthopeed. Goed nieuws! De orthopeed was reuze tevreden over het herstel van de poot van Saske. Hij heeft meteen de pin eruit gehaald en nu moet ze alleen nog revalideren. Ze hoeft dus niet meer in een kooi en mag weer gewoon rondrennen. Ik heb het de dames maar niet gevraagd. In goed overleg met het asiel gaat Saske nu lekker verder opknappen bij een vrijwilliger.
Ik mis haar best een beetje. Rasa en Mus niet.
Comments
Ik ben dol op katten. Ik vind het leuk, hoe je er mee omging. Geweldig.