Waarom meer en beter niet gelukkiger maakt
Deel 3 in de serie over gelukkig worden volgens Raj Raghunathan. Deze keer over de ‘deadly sin’ om beter te willen zijn dan de rest. Beroemder, rijker, sneller, succesvoller, you name it. Jezelf vergelijken met anderen, we doen het continu. Maar het maakt niet gelukkig.
Er is een oplossing. Streven naar flow.
Hoogste CITO-scores
Onlangs kreeg het Jeugdjournaal veel kritiek toen ze een item maakten over kinderen met de hoogste CITO-scores: wat was er mis met kinderen die een vmbo-advies kregen? Niks natuurlijk. Maar het zit nou eenmaal in ons ingebakken om aandacht te besteden aan mensen die ergens in uitblinken. Studio Sport laat topvoetballers zien en niet de zaterdagmiddagamateurs.
Happiness paradox
Nog even ter opfrissing: deze serie schrijf ik naar aanleiding van het boek van hoogleraar Raj Raghunathan ‘If You’re So Smart, Why Aren’t You Happy?’ (En nee geen affiliate links in mijn blog, google en gij zult vinden.) Hij behandelt in zijn boek 7 doodzonden van slimme en succesvolle mensen en zet daar 7 gewoontes tegenover die je geluk bevorderen (kans op resultaat: 70%). Raghunathan constateert in zijn boek een opvallende paradox: mensen die slim en succesvol zijn, zitten door hun gedrag juist hun geluk in de weg. De 2e ‘doodzonde’ (chasing superiority) is daar misschien wel het beste voorbeeld van.
Beter dan de rest
Beter willen zijn dan de rest, onze samenleving is ervan doordrenkt. Vraag mensen hoe goed ze kunnen autorijden en vrijwel iedereen zegt dat ze beter rijden dan de gemiddelde chauffeur. Niemand wil bij de onderste helft horen. Ook in het werk is er voortdurend competitie. Zit die collega naast jou nou echt in schaal 12? En waarom jij dan niet? En als de buren een tweede auto kopen, dan moeten wij die ook.
Heel gek, maar jezelf continu vergelijken met anderen, je wordt er niet gelukkig van. En toch doen we het voortdurend.
Geluksgewoonte nr 2: flow nastreven
Wat is dan de oplossing? De 2e gewoonte van de higly happy is: pursuing flow. Jezelf helemaal verliezen in wat je aan het doen bent. Momenten dat je de tijd en je omgeving vergeet. Gewoon lekker bezig zijn. Met jezelf.
Laatst kwam ik een vriendin tegen in het zwembad. We ontmoetten elkaar aan de kant en moesten allebei nog beginnen met onze baantjes. We spraken af om na afloop samen wat te drinken en plonsden in het water. Al na één baantje moest ik constateren dat ze harder zwom dan ik. Elk baantje kwam ze iets op me voor te liggen. Ik vond het irritant.
O ja, ik zwem hier voor mezelf. En de zon schijnt.
Totdat ik me realiseerde dat ik hier voor mezelf aan het zwemmen was. Dat de zon zo uitbundig scheen. Dat ik bij elke keer als ik boven kwam, de geluiden van de stad hoorde. Dat zwemmen in een 50-meter buitenbad het lekkerste is wat er is. Toen heb ik heerlijk gezwommen. En daarna hebben we nog heel gezellig samen koffie gedronken in de lentezon.
Dat is wat Raj Raghunathan bedoelde, dacht ik toen. In plaats van sneller te willen zwemmen dan iemand anders, heb ik genoten van mijn eigen zwemmen. Gewoon lekker met jezelf bezig zijn. Een van de redenen waarom flow tot meer geluk leidt, is dat je op dat moment simpelweg geniet van waar je mee bezig bent.
Borstcrawl en het beheersen van iets
Een andere reden is wat Raghunathan ‘mastery’ noemt. Vakmanschap, het beheersen van iets. Dat ervoer ik toen ik de keer daarna in het buitenzwembad was. Ik zwem met name schoolslag, met af en toe een vermoeiend baantje borstcrawl tussendoor.
Ik werd rechts ingehaald door een vrouw die sneller zwom dan ik. Het deed me niets, want ik zat lekker in mijn eigen slag.
Deze keer ging mijn borstcrawl voor het eerst soepel, alsof het me nauwelijks inspanning kostte. Dat is iets waar ik al heel lang naar streef. En terwijl ik zo heerlijk door het water gleed, werd ik rechts ingehaald door een vrouw die sneller crawlde dan ik. Ik constateerde het, maar het deed me niets. Ik was alleen maar aan het genieten van de soepelheid van mijn eigen slag.
Materialisme
Raghunathan legt ook een link tussen de behoefte aan superioriteit en materialisme. Er staat een testje in zijn boek, waarin je kunt meten hoeveel aanleg je hebt voor materialisme. Hoe minder materialistisch, hoe gelukkiger. En laat materialisme nou ook een typische eigenschap van veel slimme en succesvolle mensen zijn. Want wat doe je met dat welverdiende salaris? Mooie spullen kopen.
Consuminderaars weten het natuurlijk allang: geld en spullen zorgen slechts voor kortstondig geluk. Als je eindelijk dat felbegeerde mobieltje hebt, dan komt er een paar maanden later weer een nieuwe model op de markt. En voordat je het weet, merk je niets meer van die salarisverhoging, omdat het saldo van je bankrekening aan het eind van de maand toch weer gewoon nul is.
Carrière of behoefte om mee te doen?
Lange tijd wilde ik een carrière. Toen ik persvoorlichter was, wilde ik woordvoerder worden. Want dat klonk beter. En toen ik woordvoerder was spindoctor. En nu heet ik strategisch communicatieadviseur. Alleen maar omdat er op mijn werk al zóveel senior communicatieadviseurs waren, dat er een treetje op moest.
Pas nu leer ik dat die carrière nooit een intrinsieke wens van mij is geweest, maar een behoefte om mee te doen. Omdat ik dacht dat het zo hoorde en dat dit van mij verwacht werd. Ik had toch immers gestudeerd? En misschien deed ik het ook wel een beetje om serieus genomen te worden. In mijn vriendenkring zijn de meeste mensen zeer succesvol in hun werk en ik wilde hen bijbenen (wat eigenlijk nooit echt lukte).
Van de vogeltjes genieten
Eindelijk heb ik ontdekt (of misschien wel toegegeven) dat ik helemaal geen senior strategisch communicatiemanager wil worden. Ik wil gewoon de dingen doen die me voldoening geven en waar ik gelukkig van word.
Ik vind schrijven een heel mooi ambacht. Als ik schrijf, dan ervaar ik de flow waar Raghunathan het over heeft. Het is het creëren van iets dat er eerst nog niet was. Of het mooier maken van een tekst. Zó schrijven dat je iets teweeg brengt bij mensen die het lezen. Het is heerlijk om te puzzelen met woorden en met het ritme van zinnen.
Laat anderen dan maar 50 uur per week werken in die topfunctie.
De andere helft van de dag wil ik naar buiten. Een mooie wandeling maken, in de moestuin scheppen of ezelhoeven schoonmaken. En over een tijdje gasten ontvangen in mijn vakantiehuisje. Dan laat ik 50 uur per week werken in een topfunctie lekker aan anderen over. Mogen ze bij mij komen onthaasten en van de vogeltjes genieten.
Alleen dat die vriendin sneller zwemt, dat zit me toch nog niet helemaal lekker…
Comments
Mooie serie artikelen die je over dit onderwerp schrijft. Ik herken sommige zaken zeker. Het bijstellen van verwachtingen heeft er bij mij voor gezorgd dat ik me veel fijner en gelukkiger voel. Ook zeker omdat ik merkte dat veel verwachtingen gewoon niet realistisch zijn. Ik ken mijn beperkingen en richt me op de mogelijkheden, zo doe ik dat nu. Ergens diep in mij zit vast nog wel een streber maar die zegt niet meer zoveel tegenwoordig 😉
Dankjewel! En ja, je richten op wat er wél kan is ook zo’n goeie als je gelukkiger wilt worden 🙂 Wat ik zo leuk vind: veel van dit soort dingen vergen simpelweg oefening. Maar je kunt het wel leren dus!
Geweldig die les bewustwording in het zwembad, toen je vriendin steeds net iets sneller was. Ik herken wel de irritatie als iemand je voorbij gaat. Prachtig dat je zoiets kunt oefenen in dagelijkse situaties.
Mooi beschreven van het zwemmen. Je zou volgende keer heel hard kunnen gillen en *haaaai* roepen en haar in verwarring achterlaten misschien?
Niet doen wat alle anderen doen is best lastig!