Werken om te leven
Eigenlijk is het maar een gekke stelling. Werken om te leven zou beter zijn dan leven om te werken. Maar hoe aantrekkelijk is werken om te leven? En waarom zouden ‘werken’ en ‘leven’ zo ver uit elkaar moeten liggen?
Over kantoorbanen, leuke dingen doen in je vrije tijd, jaloersmakende mensen en angsthazerij.
Compenseren
Afgelopen weekend was ik vrijwilliger bij The Amsterdam Beerfair, een nieuw bierfestival in Amsterdam. Prachtige plek, mooie brouwerijen en een goede sfeer. Een van de organisatoren had al zijn vrije tijd erin gestopt. Hij was het hele weekend in touw. ‘Maar ik heb een kantoorbaan, dus ik moet compenseren hè?’ zei hij. Wat hij bedoelde te zeggen was dat hij dat weekend deed wat hij echt leuk vond en maandagochtend ging hij weer achter zijn bureau zitten.
Toevallig kwam ik op dat bierfestival ook nog een collega tegen die aan het compenseren was. Ik sprak hem zaterdagmiddag om een uur of vijf. Hij was net uit bed en had nog niet ontbeten. Het was de avond (en nacht) ervoor erg gezellig geweest. ‘Tja, als je de hele week op kantoor zit, dan wil je in het weekend weleens uit de band springen.’ was zijn verklaring.
Kantoorbaan
Twee mensen die werken om te leven. En ze zijn niet alleen. De kantoren zitten er vol mee. Ik denk dat genoeg mensen proberen om er zoveel mogelijk voldoening uit te halen, maar niemand wilde later altijd al vergaderen, beleidsnota’s schrijven en de hele dag binnen achter een bureau zitten. En toch zijn er zo’n 2,3 miljoen mensen in Nederland met een kantoorbaan. Gek is dat eigenlijk.
Werken om te leven?
Mijn generatie en de generaties daarna moeten minstens tot hun 70e werken. Hoe ouder we worden, hoe verder de pensioendatum opschuift. Langer leven betekent niet per se meer gezonde jaren hè? Stel je dan toch eens voor dat je werk doet waar je niet zo warm van wordt. Zit je dan je leven niet een beetje te verprutsen? Waarom maken we zo’n sterk onderscheid tussen ‘werken’ en ‘leven’? Waarom rijden we ‘s ochtends met zijn allen naar een kantoor, gaan we daar minstens acht uur lang binnen zitten, rijden we aan het eind van de dag naar huis en gaan we dan beginnen met ‘leven’? Zou het niet veel mooier zijn als je ook al leeft terwijl je werkt?
Sommige mensen doen het gewoon
Er zijn mensen die het doen. Daar zijn we dan vervolgens allemaal jaloers op. De beleidsmedewerker die een bierbrouwerij begon. De communicatieadviseur die schooltuinjuf werd. De mensen in Ik Vertrek die met een doldwaas plan naar het buitenland vertrekken en dan ondanks veel geploeter daar een potje gelukkig zitten te wezen. Zij zijn mijn inspiratie als ik weleens denk dat ik het nooit ga redden in mijn eentje op het Spaanse platteland.
Vandaag heb ik ook mezelf geïnspireerd. Ik vond bij toeval een tekst terug die ik ruim twee jaar geleden schreef. Dit stond er:
“Ik wil voorzien in mijn bestaan op een manier die dichter bij het leven staat. Geld verdienen met iets dat beter bij mij past en waar ik meer voldoening uit haal. Een leven waarbij werk en vrije tijd veel dichter bij elkaar staan. Ik wil me op een andere manier tot mensen en tot het leven verhouden. Liever pelgrims een douche, een bed en een maaltijd bieden dan vergaderen met collega’s.”
En dit stond er als antwoord op de vraag ‘wat als je plan mislukt?’:
“Als ik het daadwerkelijk heb geprobeerd, dan ben ik ongelooflijk veel verder gekomen. Als ik afhaak vanwege beren op de weg voordat ik goed en wel begonnen ben, dan ben ik nog steeds diezelfde angsthaas die altijd op zeker speelt.”
En ik wil geen angsthaas zijn. Ik wil niet in een kantoor op zeker spelen. Ik wil bij de jaloersmakende mensen horen die het gewoon doen. En dan een potje gelukkig gaan zitten wezen.
Comments
Goede overwegingen!
In het kader van mijn move naar docent volg ik nu een vak aan de uni. Waarin we leerden dat in de industriële revolutie een werknemer alleen nog een stukje van het productieproces voor zijn rekening nam en niet een heel product. Dat leidde tot minder voldoening, en de compensatie daarvoor moest komen uit meer consumptie (meer geld, vrije tijd en opties voor spenden).
Zo begon het. Sneu hè.
“Onze generatie moet tot z’n 70e werken”.
Niks daarvan. Het enige wat veranderd is, is dat de overheid je waarschijnlijk pas vanaf ongeveer je 70e AOW gaat betalen. Hoelang je wilt werken voor die tijd, hangt ook van je eigen gedrag af. Zelf hoop ik op m’n 45e te kunnen stoppen met werken. Ik zet gewoon zelf geld opzij daarvoor.
Heerlijk stukje. En zo herkenbaar. Ik kan altijd met veel bewondering kijken naar mensen die hun dromen najagen. Bij mij kriebelt het ook vaak, maar op dit moment verkies ik de zekerheid nog boven het avontuur. Als wij meer financiële zekerheid hebben durf ik de stap mogelijk eerder te maken.
@Janneke, dat is een krachtige en pijnlijke samenvatting van waar het fout is gegaan… Maar supergoed dat jij ook ‘on the move’ bent!
@Petra, helemaal gelijk! Die keus heb je inderdaad ook zelf in de hand.
@in10jaarfo, snap ik heel goed, ik vind het ook spannend wat ik ga doen!
Gewoon doen! En ik ben vast niet de enige die je gaat komen opzoeken in Spanje om n handje uit te steken en je bier te proeven! 😉
Cool en ja, gewoon ervoor gaan. Niks leukers dan je dromen proberen te verwezenlijken (je wordt er overigens nooit slechter van qua levenservaring). Zelf ook een tijd in het buitenland gewoond (“geleefd”) en gewerkt en beide waren fantastisch.
Mooi geschreven Lonneke. Gaat je vast lukken daar in Spanje! Inspirerend!